Aan Anne Broeksma

Foto Anne Broeksma: Koos Breukel

Dit is de eerste brief in de tweede ketting van onze reeks Flessenpost.

Beste Anne,

Laat ik het meteen bekennen: ik houd geen twee hondenrassen uit elkaar, weet niet welke plant ik kan roken of welk gif me plezier oplevert cq de dood injaagt. Hoogstens ben ik een theoretisch liefhebber van natuur.

Jouw prachtige blog Notulen bij het ongetemde, en nu ook je boek Een verhaal met schubben zijn voor afstandsliefhebbers als ik goud waard. Je toont ons hoe vanzelfsprekend het kan zijn om afstand te nemen van het Bijbelse recht van de mens om de natuur te beheersen, en in de plaats daarvan onze plaats te kennen – die van een schamel bewust wezen tussen al die andere bewuste wezens.

Wetenschap vermoedt dat ook planten bewust zijn, in staat om uit ervaringen te leren en hun gedrag aan te passen aan een verwachte toekomst. Dat inzicht hebben Oosterse en animistische godsdiensten en wijsbegeerten natuurlijk al eeuwen.

Wij, arme Westerlingen, fluiten bewonderend naar die kaalgeschoren monniken, nemen hun rituelen en ikigai’s gretig over, hopeloos op zoek naar de zin van ons leven, of hoe we simpelweg een goed mens kunnen zijn.

De mens moet kleiner, bescheidener, het blikveld breder. Naar verdwenen en toekomstige generaties, naar het hele ecosysteem met alle levende wezens erin. Het is onze verdomde plicht, sinds we met de klimaatopwarming onze eigen apocalyps hebben.

Des te vreemder is het dan dat blijkbaar niet iedereen deze zo vanzelfsprekende inzichten deelt, en in de plaats daarvan voor een narcistische, egocentrische klootzak stemt, of voor de lokale varianten daarvan. Eigen volk eerst, Make America (of vul naar believen je eigen streek of land in) great again, …

Hoe harder wij, de weldenkenden, overtuigd zijn van ons wereldreddende gelijk, hoe meer stemmen ook die andere kant lijkt te halen. De tegenstellingen staan op scherp, we zijn klaar om te roepen, te betogen, te bezetten en te vechten – waarbij we onze eigen roep om verdraagzaamheid nogal potsierlijk negeren.

Ik sta er een beetje naar te kijken, en denk: is er nu echt niets dat ons zou kunnen verbinden?

Ik kan het niet helpen, ik zoek het meteen in systemen en langzaam verschuivende historische trends. Als zowel dat universele bewustzijn van liefde als het lelijke tegengewicht toenemen, zijn het dan misschien twee kanten van dezelfde munt? Ruilen ze niet allebei het ongebreidelde individualisme van de vorige decennia in voor een meer collectivistich waardesysteem? Zijn we onze eenzaamheid zo grondig beu? Verschillen we niet vooral in wat we beschouwen als gemeenschap dan dat we gemeenschap boven het individu stellen?

Dat collectivisme is niet zonder risico. In het Westen noemen we het fascisme of communisme, maar ook de landen van die Oosterse wijsheden hebben bijzonder wrede regimes gekend, of kennen ze nog – het is blijkbaar niet omdat je alles en iedereen bewustzijn toekent dat de verleiding om baas te spelen verdwijnt.

Als we het zo beschouwen, dan is de weg voorwaarts misschien wel wat jij al doet: spelen met een hondje, de wereld vertederen, bijna uitgestorven dieren gaan zoeken in een donker oerwoud en daarover vertellen. Liefde tonen, voor alles en iedereen, ook voor jezelf.

Het is allicht daarom dat ik jouw teksten met zoveel plezier lees, beste Anne. Niets menselijk is je vreemd, je toont hoe die liefde voor alles wat leeft een kracht heeft die niet te stuiten lijkt. Van het volkstuintje naar het oerwoud en terug naar het Antwerpse Astridplein.

Voor iemand die vanop een afstandje naar de natuurkrachten staat te kijken, is dat een bijzonder lavende ervaring. Dank je wel.

Je trouwe lezer,

Dirk

6 gedachten over “Aan Anne Broeksma

Plaats een reactie