Naar het schijnt zijn sommige mannen bang voor vrouwen met humor. Misschien dat het daarom even geduurd heeft voor we An Olaerts aan onze haven hebben toegevoegd.
Misschien ook niet, misschien gingen we ervan uit dat u ze toch wel zou lezen of horen, ergens.
Ach, Gods wegen zijn ondoorgrondelijk, en niets hoeft voor altijd te zijn. Dat is soms een opluchting, en soms niet.
Mijnheer Cri-Cri was bleek en mager. Hij had geen tijd voor beach fun of wafels met suiker. Hij werkte alle dagen in Bazar Cri-Cri. Hij kiende mannetjes uit voor in de linkerhoek van de etalage. Wielrenners! Soldaatjes! Smurfen! Langs rechts duwde hij iedere ochtend een rek met Belgische spades naar buiten. Na een stuk of 40 jaar kan ik die schop nog altijd ijzig laten blikkeren over de klinkers van de dijk. Staal op steen, uit de winkel van mijnheer Cri-Cri.
Tot hij vorige zomer ineens Marcel Verstraete bleek te heten. Hij was dood. Het bericht hing aan de deur. Hij stond mooi op de foto, met een blauwe trui, een hemd en de pet. Hij poseerde naast een dozijn gestreepte windschermen. Jarenlang had hij nog op een plastic stoel gezeten, met een kussen, uit de wind. Het was alsof sommige dingen wel blijven bestaan: Bazar Cri-Cri en alle heerlijke kinderzomers sinds 1965!