Wanneer dichter Anne Broeksma wandelt, kijkt ze naar beneden. En naar links, en naar rechts en naar boven. Ze hoeft niet ver te turen om te vinden wat haar mateloos interesseert: het kleine, schijnbaar onbeduidende leven.
Maar hoe moet dat dan, je weet wel, straks, wanneer wij niet meer bestaan, de wereld een nucleaire afvalberg is geworden en nergens meer iets te eten is? Want ook rennende sissende geleedpotigen moeten toch eten? Kakkerlakken kunnen tot veertig dagen zonder. Een Bijbels getal, en dat voor de Apocalyps op stekelpootjes. En wat eten de meeste soorten dan? Alles. Gewoon, wat wij zoal eten. Plus boeken. Ik geloof dat ik me alvast gewonnen geef.