
U gaat nu toch al niet weg zeker, sjongesjongetoch! U bent er pas! Neemt u toch de tijd om hier even te vertoeven, wat is dat met u!? Het wordt een aangename tijd, gelooft u mij nu maar. Als u maar luistert.
Zo staat het op de homepage van Sjongesjonge, de blog van – sinds gisteren – wijlen Mark Verstraelen.
De laatste post op de blog dateert van 13 april dit jaar, en begint zo:
Luister: vroeger zat er een jongetje bij mij in de klas, dat was in de jongensschool te V., begin jaren 60. Hij heette Eric of Erik, hoewel het ook Dirk kan geweest zijn. Hij ging dood. Vaak was hij afwezig in de klas en dan wisten wij dat het niet goed met hem ging, ook al werd ons dat niet verteld.
En verderop: Ik ben gezond hoewel ik kleine kwaaltjes heb.
Nog geen tien dagen geleden liet Mark me weten dat hij zou best zou doen om nog één luister te schrijven en te posten: er zitten nog zoveel luisters in mijn hoofd. Ik probeer er met een vriend nog een allerlaatste uit te persen, als het lukt zie je het wel.
En dat de dokters hem nog twee weken gaven.
Zo lang heeft het niet meer mogen duren.
Wie wil, kan uit de stukken op zijn blog zijn leven samenstellen. Boeken. Lezen en schrijven. Vonnegut, leed en veerkracht, liefde en scheppingsdrang. Mensen die hem beter kenden, zullen zich de komende uren en dagen troosten met het opschrijven van hun herinneringen, en die delen op Facebook. Daar leerden ook wij elkaar kennen.
Hier, op Aanlegplaats, laten we hem zelf spreken. Klikt u, net als wij, even door, verdwaal in de teksten en het leven waarover ze getuigen.
Luister: het liefst van al had ik op Gedichtendag mijn vrouw als weesgedicht tegen het raam geplakt, mooier is nooit geschreven. Maar we wonen op drie hoog en stel dat ze loswappert…
Uit: daggedicht
Vannacht zocht ik in het donker van ons appartement naar de essentie van scheppingsdrang. Ik wist zeker dat ik die hier ergens had laten slingeren. Ik keek zelfs even op het balkon, want zo werkt het brein, het laat je overal waar je was zoeken. Terug binnen zag ik in het midden van de houten tafel de vaas met haar bloemen. Ze roken naar stilte en spraken boekdelen.
Luister: gisteren zou Kurt Vonnegut honderd geworden zijn. Zo gaat dat.
Ik ben schatplichtig aan mijn grote literaire idool. Heel veel van mijn stukjes beginnen met “Luister:”. Het is het eerste woord in zijn meesterwerk Slaughterhouse Five. Dat klopt niet helemaal. Kurt begint dit boek met een soort intro, waarin hij vertelt waarom dit boek er moest komen. De eerste zin van de intro – en dus eigenlijk van het boek – luidt: “Dit is allemaal min of meer waar gebeurd”.
