Tanja Wentzel, het interview

Het was een verscheurende keuze. Spreken we af op een houten bank in Brussel Noord? Of toch liever bij het Vossenplein, de favoriete Brussel plek van Tanja Wentzel – voor de Aanlegplaats lezer beter bekend als de auteur van De Rode Valies. Een blog voor literaire fijnproevers – onder andere Rob van Essen is fan.

Ze woont nu even vlakbij, in de Marollen, in haar tijdelijke tocht van de ene naar de andere tijdelijke woonplek. Het is nog zomer, we zetten ons in de schaduw van de bomen van café Brocante, en ik lanceer onze traditionele eerste vraag:

Waarom ben je ooit met de Rode Valies begonnen?

Ik heb altijd al geschreven, en ook altijd voor een publiek. Dat hoeft niet groot te zijn, ik hou ook heel erg van de spontane dialoog in briefvorm. Daarmee ben ik eigenlijk begonnen, met het plezier van het wachten op een antwoord, en wanneer dat er dan eindelijk was, snel lezen en weer terug schrijven. Op een moment dat mijn administratieve job me frustreerde volgde ik een cursus bloggen, en was verbaasd over het gemak waarmee je dat kon opzetten. Ik schreef nog steeds brieven, maar dan plots voor een groter publiek.

Wat ik fijn vind aan het (blog)schrijven, is het zoeken naar een juiste manier om over persoonlijke dingen te schrijven, zonder dat het te expliciet wordt of ik te veel van mijn privacy prijsgeef – al ben ik wel open – maar ik zal er ook altijd een klein beetje fictie van maken. Het blijft een interessante evenwichtsoefening. Het helpt me ook erg om met mijn gevoelens om te gaan. Ook probeer ik er altijd meerdere lagen in te steken, ruimte over te laten voor de invulling van de lezer. Het is soms mooi om te zien hoe mensen er dingen in lezen die je er niet bewust hebt ingestoken, of iets waarvan je denkt dat het duidelijk is, er juist niet uithalen. Een lezer leest toch vaak in functie van zijn eigen ervaringen.

En dan ga je door, het is zalig wanneer iemand die je vaag kent en verder nooit online reageert, je op de schouders tikt en zegt hoezeer ze van je stukjes genieten. En dus ook meegaan in jouw wereld.

In mijn wereld ben ik omringd door mensen en voorwerpen, en de verbanden die daartussen bestaan. Er is soms zoveel toeval in mijn leven dat het niet meer toevallig lijkt. Dan heb ik het gevoel dat er een zender in mijn hoofd zit, dat ik ook zonder smartphone geconnecteerd ben met mensen die ik graag zie. Het gebeurt geregeld dat ik iemand aan wie ik net heb gedacht, tegenkom. Elke week beleef ik een of meer toevalligheden.

Brussel is ook relatief klein, en het voordeel van ouder worden is dat je steeds meer mensen leert kennen, en je ontmoet mensen uit verschillende fases van je leven. Met ouder worden verlies je mensen, dat maakt je melancholisch. Wat niet slecht is voor het schrijven denk ik. Maar er komen er gelukkig ook steeds nieuwe bij. Ik vind het gemakkelijk om nieuwe mensen te leren kennen. Het is een kwestie van je openstellen en oprecht geïnteresseerd zijn in de ander.

Daarom hou ik ook zo van rommelmarkten en de Marollen hier. Elk voorwerp dat je hier vindt heeft al een leven gehad, en draagt al die verhalen met zich mee. Plekken in een stad zijn nog meer doordrongen van alle levens die jou zijn voorafgegaan.

Schrijven is een vorm van archeologie, voor mij.

Ken je Motherwell, van Deborah Orr? Dat is echt een boek mij op het lijf geschreven. Aan de hand van de inhoud van een secretaire in het ouderlijk huis wordt een heel leven geschetst.

Die rode valies in de titel van mijn blog is ook zoiets. Het verhaal staat er nog, over een valies die voor mijn deur aanspoelt en weer verdwijnt zodra ik ze heb open gedaan. Maar net zo goed kwam de inspiratie van Orhan Pamuk, die het in zijn Nobelprijs speech heeft over een valies waarin zijn vader – die ook een heel leven geschreven heeft, maar die ambitie nooit heeft omarmd – al zijn teksten had verzameld. Om die dan bij zijn beroemde zoon achter te laten.

En zo beantwoord ik al een beetje je tweede vraag, wie zou er een blog moeten beginnen, want mijn broer is zo’n schrijver. Ontelbare notitieboekjes heeft hij al volgeschreven. Met de hand. Regelmatig stuurt hij me een foto van zo’n verhaal. Altijd mooi. Zelden doorhalingen. Ik zou echt willen dat hij ze een keer aan een breder publiek toont, ik weet niet echt wat hem tegenhoudt om dat te doen.

Je kan het altijd nog op facebook plaatsen, toch? Ik lees er graag de anekdotums van Sylvie Marie – op mijn vraag heeft ze ze nu aan haar blog toegevoegd! Ik herken me erg in haar stukje “Twee levens”, waarin ze zegt dat je een leven nodig hebt om te leven en een leven om te schrijven. Voeg haar maar toe aan jullie haven!

Wie alles weet over Brussel, gewoon omdat ze mensen aanspreekt en er echt mee in gesprek gaat, is Mie Demin. Ze schrijft dat vaak ook op, maar ook bij haar slokken de algoritmes van facebook dat dan op, en zo heeft ze te weinig bereik. Kans is trouwens groot dat we haar hier zien, want ze gaat bijna dagelijks zwemmen in het zwembad hier op het plein.

Sinds een paar jaar ben ik leerkracht Nederlands NT2, en het is een plezier om te zien hoe mensen zich een weg banen in die taal, die stukje bij stukje veroveren. Mijn studenten hebben ook allemaal verhalen te vertellen, het zijn mensen wiens levensloop niet vanzelfsprekend is.

Sociale bewogenheid is belangrijk voor mij, en dat kan vele vormen aannemen. Neem nu die actie rond het behoud van de houten banken in het Noordstation, waar ik mijn schouders heb onder gezet. Dat is niet alleen een esthetische zaak, dat heeft ook te maken met het weigeren van verspilling, met respect voor iedereen in plaats van het blind varen op de logica van zo’n groot bedrijf? En laten we niet vergeten dat het onmogelijk maken van te slapen in zo’n hok op de perrons een nauwelijks verholen bijbedoeling was.

Maar ze zijn gered, ik ben blij, ook al heeft het me veel energie gekost.

Het zijn mensen met een eigen stem, en dat is toch wat schrijvers en blogs goed maakt, voor mij.

Goede blogs, goede schrijvers, dat is toch jouw derde vraag, he? Ze hebben een thema, en ik lees ook graag over wat mezelf zo bezighoudt: het belang van het toeval, het niet meer per se willen dat iets gebeurt. Laat het. Laat je verrassen. Dat is fantastisch, daarom hou ik ook van hoe ik nu leef, van de ene plek naar de andere. Ze leren me allemaal zo veel, als ik me klein maak en gewoon opmerkzaam ben.

Dat is het, denk ik, een schrijver moet vooral een eigen wereld waarnemen, en zo goed dat hij meer ziet dan ik als lezer, of andere dingen. Zo krijgen ze een betekenis die het particuliere, de anekdote overstijgt. Fotografie is ook zo. Soms zijn de foto’s die ik maak het vertrekpunt voor een verhaal. Ik bedenk graag woorden bij beelden. Fotografie is erg belangrijk voor mij, ik heb er geen cursus voor gevolgd maar mijn vader maakt zijn hele leven al veel mooie foto’s, het was een van zijn manieren om zijn liefde voor ons te tonen.

Er kan veel liefde zitten in een blik. Dat verwacht ik ook van een blog.

Terwijl we praten wordt de rommelmarkt opgebroken. Alle spullen terug in bestelwagens, of op steekkarren. Daarna komt de reinigingsdienst het plein schoonvegen, we kennen het ritueel. Straks is dit plein weer mooi schoon. Ook dan is het hier fijn om te zitten. Er zijn zoveel mooie plekken in Brussel. Er gebeuren zoveel goede, positieve dingen. Er valt zoveel te beleven. Soms kan het hier ook zo rustig zijn. Ik wandel graag op een mistige zondagochtend van het Poelaertplein naar het Warandepark of op een regenachtige zondagavond door het centrum. Er valt in de 19 gemeenten nog zoveel te ontdekken. Ik kan me na dertig jaar nog echt verliefd voelen op mijn stad, hier een Parijsgevoel hebben. Ik wil mijn ogen niet sluiten voor de problemen, ik raak ze ook aan in mijn teksten. Maar Brussel komt te vaak op een negatieve manier in het nieuws. Ik vind het belangrijk om ook de vele mooie dingen te belichten.

Plaats een reactie