De vangst van Tanja Wentzel (vangst #133)

Gerbrand Bakker leerde ik kennen door de verfilming van zijn boek “Boven is het stil”, voor mij een van de mooiste romans uit ons taalgebied. Nadien publiceerde hij boeken met persoonlijke aantekeningen, o.a. “Jasper en zijn knecht”, over zijn hond, en “Knecht, alleen”, waarin hij vertelt over zijn depressie. Heel openhartig en eerlijk schrijft hij, in een prachtig Nederlands, over de kleine dingen die hij dagelijks meemaakt.

Het stukje “onverwacht bewegende beelden” is echt een stukje naar mijn hart. Bakker wist niet dat er nog bewegende beelden van zijn grootouders bestonden, en krijgt die ineens te zien. Niet alleen de grootouders, ook bijna hun hele interieur komt in beeld – dat is voor hem heel waardevol. Als lezer zit je mee in zijn grootouderlijk huis, en tegelijk misschien in het huis van je eigen opa en oma.

Hoe bewaren we onze familiegeschiedenis? Wat brengen we in beeld, wat leggen we vast, en hoe? Het is iets waar we te weinig mee bezig zijn. Hoewel we nu ongelooflijk veel filmen en fotograferen – maar net daardoor dreigt misschien veel verloren te gaan.

Maar vooral de opnames in huis zijn goud waard. Ik droom nog weleens van hun huis en nu kreeg ik de woonkamer en de keuken vanuit alle hoeken en gaten te zien. De details. De boeken onder de tv in het tv-meubel gepropt, de planten in de vensterbank, het radiootje op het buffetkastje bij de eettafel, het schilderij dat nu weggestopt in een logeerkamertje bij mijn moeder thuis hangt, de oliekachel, de stoel van opa naast die kachel, die nu – door mijzelf opnieuw bekleed – in het werkkamertje van M. staat. Het Rien Poortvliet-schilderij van een hert in de keuken. Doodzonde dat de filmer niet even in hun slaapkamer is gaan kijken, of boven. 

Uit: Onverwachte bewegende beelden van Gerbrand Bakker.

Eveline Vanhaverbeke schrijft over haar leven na de kankerdiagnose, zeventien maanden geleden. Inmiddels is de ziekte verslagen, en probeert ze stilaan de draad van het leven weer op te pikken. Dat is niet gemakkelijk. Ik ben altijd dankbaar wanneer mensen openlijk schrijven over pijn, ziekte en verdriet. Het is niet altijd makkelijk om mensen daarin bij te staan en stukjes zoals dit leren ons dat. We zijn vaak geneigd om de zieke te sparen, niet te praten over onze eigen zorgen, want die verzinken in het niet bij de zorgen van de zieke. Terwijl die persoon het dikwijls net prettig vind om iets te kunnen doen voor ons. Dat zit mooi in dit stukje.

Moeizaam bouwde ik mijn leven opnieuw op. Een ander leven, een beter. Er waren nog twee doelen: goed voor mezelf zorgen en goed voor anderen zorgen. Anderen helpen ook, om de rust te creëren in hun hoofd die ik zelf soms wanhopig zocht, en om op die manier zin te geven aan dit tweede leven dat ik langzaam opbouwde.

Uit De Schaduw op Flow with life.

Dichter Sylvie Marie heeft met het anekdotum een eigen genre uitgevonden – dat nog niet in jullie haven zit! foei! Een anekdotum is een contaminatie van anekdote en antidotum. Het zijn kleine verhalen uit haar leven, wondertjes en reflecties. Zij schrijft ook erg mooi over leven in een nieuwe, warme, liefdevolle relatie na een scheiding. In dit stukje vindt ze in het detecteren van metaal een nieuwe hobby, nieuwe woorden en nieuwe verhalen. En verbinding met de geschiedenis van voorwerpen, maar ook met haar geliefde, haar kinderen en andere mensen met dezelfde passie. Het is een tekst met meerdere lagen, letterlijk en figuurlijk. Wanneer je je interesseert voor iets nieuws gaat een wereld open.

Heel vaak zijn de vondsten niet goed thuis te brengen. Het zijn maar fragmenten, scherven, schijfjes met inscripties die nauwelijks leesbaar zijn. Als mijn lief thuiskomt met zulke kleine stukjes metaal, neemt hij er foto’s van, goed verlicht en op een witte achtergrond. Met een schuifmaat duidt hij ook de afmetingen aan. In een besloten Facebookgroepje voor metaaldetectoristen vraagt hij dan of iemand hem kan helpen met de dtm. Dtm? De afkorting voor determinatie.

Uit Metaal van Sylvie Marie

Jo Komkommer ontmoet veel mensen en maakt vaak hilarische dingen mee. Hij zet zichzelf erg goed neer als anti-held. Hij heeft een heel mooie taal en schrijfstijl en daar val ik voor. En hij heeft veel humor. Dat alles vind je terug in dit plezierige vakantieverhaal, waarin een groepje oude vrienden elkaar terugziet. De personages, maar ook de hele omgeving komen tot leven. Het plezier van de reünie spat ervan af. De grote verrassing van ouder worden is dat je vanbinnen jong blijft – dat zit mooi in deze tekst. En ondanks de lichte toon is er ook plaats voor melancholie.

Om onze tweede reünie te vieren had ik een Airbnb geboekt in een voormalige arbeidersbuurt, op wandelafstand van het centrum, waar de vegan restaurants aan hun onstuitbare opmars begonnen waren. In een smalle straat waar het zonlicht nooit scheen, had ik met Maria – de dame van de Airbnb – afgesproken. Een kokette wat zenuwachtige vrouw van rond de zestig deed open en ik wandelde binnen op de set van een Almodóvar-film. Kleurrijk is het minst wat je van haar appartement kon zeggen. Het was een ode aan de dunne scheidingslijn tussen kunst en kitch, maar hield zich bijna steeds aan de goede kant van de grens op. Hoge plafonds. Parket uit de tijd van Garcia Lorca. Witte luiken. Lukraak verspreid over de vloer rezen boeken- en cd-stapels op die van een voortreffelijke smaak getuigden (Lucia Berlin!) en aan de muren hingen gewaagde kunstfoto’s die moedig verder gingen op een weg die zelfs Robert Mapplethorpe niet durfde te bewandelen.

Uit De vijf musketiers op Komkommerdagen

Plaats een reactie