
Met enige schroom betreed ik het horeca-etablissement van deze editie van het maandelijkse Aanlegplaatsinterview. Ik werd hier in vorige levens al misleid door een potentiële investeerder en was slachtoffer van een verdoken evaluatiegesprek. Daar kan het etablissement natuurlijk niks aan doen, al biedt het – dat zie ik nu! – met zijn ruime opstelling en warme appelgemberdrank de perfecte dekmantel voor malafide arbeidspraktijken. Gelukkig zijn Ruth Lasters en John Vervoort er al. Ze zitten midden in de zaak, naast elkaar en vergeven me met zoveel enthousiasme het onmiskenbare feit dat ik niet Dirk Van Boxem ben (onze hoofdredacteur en de man die ze hadden verwacht op basis van de mailtjes die ik vanuit Dirks adres stuurde), dat alle angst en twijfels over wat dan ook, direct de kop worden ingedrukt.
Ruth: “En waar was het ook alweer voor?”
Voor Aanlegplaats, thuishaven van literaire blogs in Nederland en Vlaanderen.
John: Dat je haar wil interviewen, snap ik, maar ik heb eerlijk gezegd weinig met blogs. Eigenlijk zijn wij elkaars natuurlijke vijanden.”
De recensent en de schrijver?
Ruth: “Ja. En hij komt uit Sint-Jozef Rijkevorsel in de Stille Kempen.
John: “Zij vanonder de Antwerpse kathedraal. Ik heb veertig jaar lesgegeven op een klassieke…”
Ruth: “Een elitair college.”
John: “…een voornamelijk witte school in Hoogstraten, hoewel dat nu erg snel verandert. Waar in het begin jongens en meisjes nog gescheiden zaten en er nog elk jaar een klassieke Italiëreis is met de retorica. Ruth zegt dan…
Ruth: “Dat dat eigenlijk wat onrechtvaardig is omdat heel veel leerlingen waaraan ik veertien jaar lang les aan gaf in de Spectrumschool in Borgerhout zo’n reis niet kunnen betalen. Terwijl zij daar ook recht op hebben, lijkt me.
Geliefden Ruth Lasters en John Vervoort zijn beiden schrijvers en docenten, onder meer op de Schrijversacademie. Lasters kwam in het nieuws toen ze in 2022 als één van de vijf stadsdichters van Antwerpen ontslag nam nadat het kritische gedicht Losgeld over A- en B-labels in het middelbaar onderwijs, werd geweigerd door de Stad. Vandaag is ze terug als onafhankelijk stadsdichter en schrijft ze haar vijfde roman, naast haar werk als leerkracht Frans, creatief schrijven en paperbegeleiding op de! Kunsthumaniora. Haar blog Mevrouw u staat voor het bord! vervoegde dit jaar onze haven. John Vervoort is bekend als literair recensent en schrijft al meer dan twintig jaar voor De Standaard en Het Nieuwsblad. Beiden zijn ze kritisch voor het onderwijs en schrijven ze regelmatig opiniestukken in de krant. Aanlegplaats nodigde hen uit voor een duogesprek, of zoals onze hoofdredacteur het noemde, “een experiment.”
Ruth:“We mogen toch gewoon praten hè, het hoeft toch geen interview te zijn?”
Ik heb wel drie vragen. De eerste is: hebben jullie een blog?
John:“Die is voor jou, Ruth.”
Ruth:“Ja, ik heb een blog. Al heb ik er al een tijdje niks op gepost. Met de cocktail van een voltijdse lesopdracht, optredens en het schrijven van proza, komt het er niet altijd van. Maar ik heb wel ontzettend veel tijd gestoken in het visuele luik. Heb je het gezien?”
Ja! De Barbies.
“Ik wilde een onderwijsblog die concreet voorstelt wat dat is, een klas met vijfentwintig leerlingen. Dat zijn geen nummers, dat zijn werelden met jongeren die allemaal een verschillende achtergrond hebben: sociaal, cultureel, economisch… Die complexiteit wilde ik neerzetten. Alle leerlingen hebben een uitgebreid profiel op de website die hun achtergrond schetst en hoe ze in het leven staan. En dan had ik het idee om het visueel te maken met Barbies. Pas op, ik heb ze wel serieus moeten transformeren. Want een jongenspop kun je bestellen, maar alle meisjesbarbies zien eruit als prinsessen. Dus ik heb kleertjes gekocht. En dan meubels gekocht en de klas aangekleed.”
John:“Die klas staat in de living.”
Hoe groot is dat dan? Zoiets?
Ruth:“Nee groter, toch [staat op]… de helft van deze tafel. De eerste klas die ik had besteld was te klein. We zijn er druk mee geweest. Heb je de stopmotion filmpjes gezien? Dat heb ik moeten leren, ik kende daar niks van.”
John: “Ja, als jij ergens aan begint dan ga je ervoor. We hebben ook een podcast gemaakt ‘in de leraarskamer’.”
Ruth: “Ik heb tien stukken klaarstaan die ik erop zou willen zetten. Ik zou graag meer weten over de technische kant van de website. En meer promotie maken als er een stuk verschijnt. Maar de tijd…”
John:“Je bent nu ook met je roman bezig, hè.”
Ruth:“Ja da’s waar. Weet je wat ik het liefst zou willen? Die blog samen met anderen onderhouden. Met collega-leerkrachten die ook hun ervaringen willen delen. Dus bij deze: een oproep!”
Je noemt het een ‘anti-burn-out blog’.
“Ja, om nieuwe leerkrachten te helpen in hun eerste jaren. Ik was zelf eenentwintig toen ik mijn eerste interim deed en tweeëntwintig toen ik aan een fulltime begon. Dat noem ik mijn werkverdrietjaar nummer één. Ik schreef er mijn roman VIN over. Ik had geen idee dat er veel meer collega’s met dezelfde zaken worstelden, ik dacht dat ik de uitvinder was van het tuchtprobleem! Nu besef ik: je kunt elkaar alleen maar helpen als je heel eerlijk bent over je eigen ontwikkelingsproces. Dat wil ik doen op die blog.”
En jij, John?
“Ik ben er nooit toe gekomen om mijn teksten en recensies online te plaatsen. Ik weet eigenlijk niet waarom, de leeftijd misschien?”
Bloggers zijn niet per se heel jong.
“Nee, inderdaad. Ik zou het kunnen doen. Ik schrijf ook graag opinies, dat is dan misschien weer net iets anders..? Sowieso heb ik daarvoor een kanaal in de krant.”
“Ik lees wel graag egodocumenten, hoor. De uitgaven van Privé-domein vind ik fascinerend. En er zijn prachtige autobiografische romans, zoals Bezonken rood van Jeroen Brouwers en De avond is ongemak van Lucas Rijneveld. Toch ben ik ook wel blij met de kentering die ik zie bij studenten van het Basisjaar Literair Schrijven. Er zijn nog altijd mensen die autobiografisch willen schrijven, maar het aantal neemt af. Het verhaal lijkt weer in opkomst. Terecht, wat mij betreft. De laatste romans Tom Lanoye en Jeroen Olieslaegers bijvoorbeeld bewijzen bijvoorbeeld dat we nog altijd niet klaar zijn met de oorlog.”
“Mensen met een migratieachtergrond gaan wel vaak voor de persoonlijke insteek. En dat juich ik ook toe. Een nieuw perspectief is interessanter. Al blijft de grote kunst natuurlijk: literatuur maken van je verhaal. Het moet meer zijn dan mijn scheiding of mijn coming-out.”
Lees je ook blogs?
“Tzum lees ik wel, omwille van de recensies en het nieuws. Bestaat er nog een goede recensieblog? Arts & Letters Daily ken ik, maar dat is zovéél. Ik ben een heel grote Shakespeare fan: ik zou waarschijnlijk heel mijn leven kunnen invullen met het lezen van online Shakespeare artikelen. Maar je moet ook nog af en toe een wandeling kunnen maken. En ik blijf een papieren krantenlezer.”
Ruth:“Ik lees graag blogs over het tunen van je leven. soChicken bijvoorbeeld, van Jelle Hermus. ‘Doe één ding!’ zeggen hij bijvoorbeeld. Anders verlies je focus. Of: ‘Zes dagen wijden aan je hoofdtaak en de zevende dag bewaren voor al je andere projecten!’ Misschien moet ik dat doen. Of misschien volgend jaar minder uren doen op school. Of gewoon wachten tot de vakantie.”
John: “In de vakantie kan alles.”
Ruth: “De blog van The Minimalists volg ik ook, zalig. Dat zijn essays en een podcast over leven met minder. Ik leef al minimalistisch, in de zin van klein en anti-materialistisch. Strak en geordend, hmm… dat zit er nog niet in.”
John:“We hebben twee adressen.”
Ruth:“We zijn een modern koppel.”
Laatste vraag: wie zou er volgens jullie dringend een eigen blog moeten hebben?
Ruth: “Wel, we zijn vandaag een week voor de verkiezingen. Ik denk dan niet direct aan een persoon, maar eerder aan onze maatschappij. Wat als we nu eens een groot warm blok maken van alle linkse partijen samen. Met een blog waarop elke dag iemand een persoonlijk verhaal vertelt over waarom het belangrijk is om samen te leven, om oprecht te zijn, om solidair te zijn. Dat is waar ik aan denk.”
Op het moment van schrijven weten we nog niet wat er precies is gebeurd, zondag. Maar het idee van een grote warme blog klinkt zeer aanlokkelijk. Waar ik ook 100% zeker van ben, is dat ik vanaf nu alleen nog maar koppels interview. Wat een geslaagd experiment! Of John en Ruth nog literaire koppels kennen?
Ruth: “Die zijn er wel, hoor…. Eens denken.”
John: “Rob Van Essen en Lize Spit, natuurlijk.”
Ruth: “Lotte Dodion, de stadsdichter en Thomas Abelshausen van het Letterenhuis.”
John: “Ja! Heel interessant. En Martha Claeys, heb je haar boek gelezen, Trots? Zeer sterk.”
Ruth: “Met haar ouders! Manu Claeys en Anne Provoost. Dat gaat een goeie zijn. Wie nog..?”
Even lijken ze een vierde koppel uit hun mouw te schudden, maar dat moet worden ingeslikt, “die zijn uit elkaar.” Als we rondkijken in de hoop op meer inspiratie, zien we dat de zaak leeg is en de bediening aan het schoonmaken. Ruth stoot John aan: “Kom, we gaan spaghetti maken.”
“Ja, we gaan spaghetti maken.” Ze staan op en wandelen naar buiten. Ze zwaaien. “Fijne vakantie alvast!”
Weg zijn ze. Ik ga ook spaghetti eten vanavond.
