Lieke van den Krommenacker, het interview

Lieke van den Krommenacker is freelance cultuurjournalist en boekverkoper. Ze schrijft regelmatig voor onder andere de VPRO Gids, LETTER en het Fries Museum en is (co-)auteur van de novelle Hogelandlopers, het boek Waanzinnige verhalen over volwassenen met het Foetaal Alcoholsyndroom en de bundel Ik wacht, waarin 101 verhalen van Groninger aardbevingsslachtoffers zijn verzameld. Daarnaast geeft ze boekbindworkshops.

We studeerden samen Cultuurwetenschappen in Maastricht. “Hoelang hebben we elkaar niet gezien? Decennia!” De laatste keer was in een café in Amsterdam, waar Lieke was neergestreken voor een stage bij het tijdschrift Intermediair. Sindsdien maakten we een soort van omgekeerde beweging waarbij zij als Brabander in Groningen terechtkwam en ik als Drent in Antwerpen. Vóór Joris Luijendijk wisten wij al dat je geen airmiles hoeft te maken om je antropologisch hart op te halen.

Voor de gelegenheid stoffen we ons Zoomaccount nog eens af. De zoektocht naar een goede verbinding en een ongestoorde praatplek stemt bijna nostalgisch. Groter voordeel nog is dat ik binnen een halfuur in Lieke’s living, bibliotheek, keuken en kleerkast ben geweest én haar vriend heb gesproken. ”Mijn aandachtspanne is over het algemeen nogal kort. Het is een wonder dat ik alweer zes jaar met deze man samen ben.”

Lieke van den Krommenacker is opmerkzaam, kan fantastisch schrijven en heeft een groot gevoel voor humor. Daarmee is ze een uitgelezen kandidaat om een blog te hebben. Of niet soms?

“Ik heb twee keer een dappere poging gedaan. Eerst met studiegenoot Nanda toen we net waren begonnen aan onze master Journalistiek. Eens kijken… ja! Hij bestaat gewoon nog (www.dubbelklikken.blogspot.com, red.). We schreven over wat ons bezighield, een beetje columnachtig. Het waren de beginjaren 2000, de hoogtijdagen van de blog, daar moeten we op meegesurfd hebben. Na een tijdje kwam de klad erin. Daarna heb ik zelf nog eens een blog gehad (journalieke.blogspot.com, red.), maar daar legde ik mezelf zodanig veel regeltjes op – het moest elke week, op die-en-die dag – dat het me teveel moeite kostte. Ik heb het dan een stille dood laten sterven.”

Maar mis je dat dan niet? Ik neem aan dat je het leuk vond om te doen?

Ik heb wel plezier in het schrijven, ben dol op het gepuzzel met taal, maar het kost me ook veel moeite. Ik ben te perfectionistisch, ik wil het te goed doen. Dat zet een rem op mijn creativiteit. Als ik schrijf zit ik constant na te denken over woorden, woordvolgorde, zinsbouw. Ik worstel ermee. Ik schrijf nu amper voor mezelf en vooral in opdracht.

Enkele jaren geleden schreef je live liefdesbrieven op bestelling, dan is er toch geen tijd voor perfectionisme?

Hmm, daar ging het me toch ook wel om de zuivere aandacht, de vertraging van ‘ouderwetse’ briefschrijven en de zorgvuldigheid in denken en typen die daarmee gepaard gaat. Het is ooit begonnen in een boekhandel, daarna zat ik veel op festivals, wat geweldig was. Na een aantal jaren was ik toe aan iets nieuws, ook omdat ik mezelf voor mijn gevoel had uitgeput in de hoeveelheid manieren waarop ik namens mensen aan mensen had geschreven waarom ze zo leuk/lief/mooi/grappig/zorgzaam/bijzonder etcetera waren.

Wat maakt een blog voor jou goed?

Ik lees eigenlijk zelden blogs, ik vrees dat ik er te ongedurig voor ben. Ik lees wel veel boeken, kranten en tijdschriften voor en naast mijn werk. De laatste blog die ik heb gevolgd was Fuck die studieschuld van mijn vriendin Maaike Wind, over het aflossen van haar studieschuld. Dat is een populaire blog geworden, mede door het thema, geld. Jouw blog vind ik leuk omdat ik je ken. Maar anders zou ik niet zo snel een blog lezen. Tenzij het over sektes zou gaan.

Pardon?

Ja, ik heb een fascinatie voor sektes en (schimmige) werelden waar je normaliter niks van te zien krijgt, of hooguit in zeer gefilterde of diplomatieke vorm. Ik heb interesse voor waar het schuurt, de rafelranden; ik denk dat dit voortkomt uit het slecht kunnen verdragen van onrechtvaardigheid, waar de wereld nogal vol mee zit – en ook gewoon een grote nieuwsgierigheid naar hoe de wereld in elkaar zit en wat mensen – soms in godsnaam – beweegt. Als je daarover goed kunt schrijven, hang ik aan je lippen.

Weet je welk boek zo’n inkijk geeft? V13 van Emmanuel Carrère, over het proces na de aanslagen in Parijs. Hij schrijft dagelijks over wat er in de rechtbank gebeurt. Er komen andere journalisten op de meer spectaculaire processen af, maar hij gaat elke dag. Die stukjes verschenen in Le Monde en later werden ze gebundeld, als korte hoofdstukken. Een boek als een mokerslag, vond ik het.

Dus, als de vraag is: ‘moet er iets gruwelijks gebeuren vooraleer je er een blog over zou lezen?’ ben ik bang dat het antwoord ja is (lacht). In het verlengde daarvan: een blog vanuit het koningshuis zou ik ook interessant zou vinden. Maar een echt eerlijke blog dan wel.

Zelf nooit gedacht om undercover te gaan?

Nee, ik kan heel slecht liegen.

Zijn er specifieke personen van wie zou je graag een blog zou willen lezen?

Dan ga ik om te beginnen over naar een andere fascinatie van mij: de diepzee. In het boek Het licht van de diepzee van Brad Fox wordt beschreven hoe ontdekkingsreiziger William Beebe in 1930 in een glazen bol tot 900 meter de oceaan afdaalt. Wat hij onderweg ziet wordt genoteerd door zijn vrouw Gloria Hollister, die hij aan de telefoon heeft tijdens zijn reis. Zij geeft hierbij heerlijk droogkomisch commentaar. Je merkt aan de mannen dat ze neerkijken op haar, maar uiteindelijk gaat ze ook mee naar beneden en verovert ze een plek in de geschiedenis. Van haar zou ik heel graag een blog willen lezen.

En van mijn vriendin Elline. Zij is een van de grappigste mensen die ik ken op aarde, ze heeft een zelfverzonnen vocabulaire, gebruikt woorden als ‘onderoog’ en ‘projectiekots’ en ik denk dat heel veel mensen gebaat zouden zijn met haar kijk op de wereld.

Wat moet er gebeuren om jou weer aan het bloggen te krijgen?

Ik denk toch een andere persoonlijkheid. Of misschien: mijn pensioen.

Plaats een reactie