Aan zacht bruTaal

Dit is de tweede brief in de derde ketting van onze reeks Flessenpost. Anne Broeksma schreef eerder een brief aan Sylvie Marie. Hier schrijft ze voort.

Dag Nele en Wieland

Al wandelend in de haven kom ik jullie aanlegplaats tegen. De naam van jullie schip, zacht bruTaal, kietelt me. Mooi hoe er zoveel spanning ontstaat bij deze combinatie van woorden. Nieuwsgierig stap ik op, en ik vind jullie, twee stuurmannen.

En dan lees ik. Ik lees een gedicht waarin ‘we staan te dampen in het eerste zonlicht en kijken hoe we elkaars hijgen kunnen inademen’, ik lees een verhaal over een man die ‘uit twee lichamen lijkt te bestaan, één dat vasthangt aan zijn ruggengraat en het andere dat uit hem voorovervalt. Zijn buik, zijn borstkas, zijn schouders, zijn armen, alles wat helt, lijkt te willen losscheuren uit zijn vlees.’ Al verder scrollend lees ik meer van dit soort teksten. Oh, die zinnen vol lijfelijkheid, daar houd ik van. In deze woorden wil ik me wentelen. In elk lichaamsdeel dat wordt opgesomd, voel ik het mijne, raak ik het mijne aan. Ik voel me verwant.

‘Ik leg mezelf op de vloer, op jou’, schrijf jij, Nele. En dan: ‘Ik ga met krijtlijnen langs ons lichaam, maak een misdaadscène. We stappen uit ons vel om te zien hoe het eruitziet.’ Mooi, ons lichaam, ons vel. Niet: onze lichamen, onze huiden. In deze scène zijn twee mensen zo één dat geen membraan hen nog onderscheidt. Ik denk aan mijn zoete lief, met wie ik die versmelting ook opzoek en vind. Het kan niet anders dan dat dat bij jullie ook zo is. En dat is zo fijn om te lezen. Want, wat mijn zoete lief en ik graag doen, is onze liefde bewieroken. En soms durven we zelfs te denken dat het bij geen ander zo groots is. Erg aanstellerig, eigenlijk. Want wat weten wij nu over de anderen hun liefde? Er wordt al eeuwen over geschreven. Liefde, zo intiem en universeel tegelijkertijd, een onuitputtelijk streven naar… elkaar. Wat we echt willen zeggen, is: ‘oh, ik ben blij dat ik jou heb, dat ik van liefde weet’. Dat doen jullie ook.

Mijn zoete lief inspireert me overigens heel vaak, hij loopt bol van de ideeën en laat ze mij graag uitschrijven. Maar hij zou wel eens zelf meer achter zijn laptop mogen
kruipen om te schrijven. Hij kan het, we weten dat hij het kan. Het zou een droom zijn mochten mijn zoete lief en ik ook ooit samen, net als jullie, een blog delen. Uiteindelijk zijn mijn schrijfsels van de laatste jaren al lang niet meer uitsluitend van mij, het zijn die van ons, met ideeën die we samen bijeen fantaseerden. Het zou iets verzilveren, onze symbiose.

En, onze verwantschap met jullie kent nóg meer facetten. Wat is het immers heerlijk om te ontdekken hoe jullie in Opwijk en omstreken op zacht brutale wijze een poëtische guerilla voeren. Met sluikpoëzie, met vertelavonden. Naar Tygerstrepen, jullie maandelijkse podium in Hof ten Hemelrijk, willen wij ooit wel eens op bezoek komen. Ja, jullie weten het ook: de pen is machtiger dan het zwaard. Dat engagement kennen we ook. Ik maakte al matten en wijnglazen van wat poëzie van me (aangevuurd door dat zoete lief natuurlijk). En ik engageer me ook als Klimaatdichter en bij Deus Ex Machina. Er is iets aan de taal waar ik me zo rijk mee voel, waar ik me zelfs ongelooflijk mee kan troosten. Taal als ondergrond, als fundering. Het feit dat jullie de T in BruTaal met een hoofdletter schrijven, toont aan dat ook jullie daar gevoelig voor zijn. Taal die bruist. En bruisen is iets wat je niet kunt tegenhouden of bevriezen, het is een sleeptouw.

Dat sleeptouw brengt me weer naar de haven, waar ik op jullie boot stapte en Anne Broeksma een tijdje geleden op die van mij. Ook zij herkende in mijn anekdota de
liefde voor woorden. ‘Namen zijn een soort toverspreuken die ons toegang verschaffen’, schreef ze me. Ja, zo is het. En in jullie zachte bruTaal kom ik thuis, lieverds. Dankjulliewel daarvoor.

Hartelijke groeten
Sylvie Marie

4 gedachten over “Aan zacht bruTaal

Plaats een reactie