Verschlimbesseren (vangst #223)

Ah, de lente! Seizoen van hoop en goede voornemens die – eindelijk – een beetje in actie worden omgezet. Aan de einder gloort alweer de duisternis, maar eerst is er leven en liefde. Viktor Frölke schreef daar een gedicht over (tip: luister naar zijn voordracht!), en Marijke Cornelis en Els Claessens raakten in een knoop waarvoor in het Duits het prachtige woord Verschlimbesseren bestaat.

Wat je ook probeert, je maakt het erger.

Maar het levert wel pareltjes van blogs op.

we dragen het lot dat ons toevalt
we hebben geen keus dan
door te gaan tot de zomer
afscheid te nemen in de herfst onder de wol te kruipen in de winter

Uit: Die verrukkelijke lente van Viktor Frölke.

Het hele seizoen ben ik blijven knippen, al heb ik enkele keren een korte aarzeling gevoeld. Lijven halveren van copulerende stellen, innig verstrengeld, als twee halve manen in mekaar gegespt, dat vergt.

Uit: Karikol op Fragmenten.

De natuur moet je laten doen. Paardenbloemen laten pluizen. Distels omarmen. Canadese ganzen tolereren. Vossen toejuichen. Tot de buurman je komt verwittigen voor de steenmarter. Die had voor duizendzevenhonderd euro aan kabels onder de motorkap van zijn auto opgevreten. De hele buurt stond op z’n achterste poten. Dood, moest ie! 

Uit: De steenmarter op Gebeurtelijke ongevallen

Eén opmerking over 'Verschlimbesseren (vangst #223)'

Plaats een reactie