Straks maken we weer vrolijke vangsten (vangst #251)

Voor we met kerst of yule of wat je ook als feest verkiest weer volop de kaart van de hoop trekken, is er eerst de meest duistere periode van het jaar. Op Hier herkent het kerkhof mijn naam nog met een heerlijke tongue-in-cheek, bij Henk van Straten al wat serieuzer, over de vele manieren om met trauma om te gaan, om bij Marijke Van Thielen te eindigen met de rauwe, onblusbare pijn van het overlijden van haar echtgenoot.

Straks maken we weer vrolijke vangsten, maar eerst toch even deze.

Het kwam tot die tijd vaker voor, dat bepaalde mensen de gave van het zicht hadden. Wanneer hij iemand op straat tegenkwam kon hij diegene zo vertellen of de dochter des nachts met een duivel lag te flikflooien of dat er een gebochelde distels op zijn akkers aan het zaaien was, of, juist op dat moment, er een demoon met een vinger vol ziektekiemen haar lippen aan het beroeren was. Kijk, ik zeg niet dat het prettig is om te weten, maar het zijn toch van die zaken die je desondanks wel wil weten.

uit: Advent op Hier herkent het kerkfof mijn naam

De toename van het aantal bezeten mensen was toe te schrijven aan de moderne tijd. Specifieker: aan trauma’s. Een trauma is een wijde opening voor de duivel en zijn—hoe ze te noemen—fladderende hellebeesten? Iedereen voelt zich verloren in deze wereld. In feite staat leven gelijk aan getraumatiseerd raken; doen is oplopen. De duivel kan dus overal zo naar binnen, bij iedereen. 

uit: Hoe de duivel binnenkomt van Henk van Straten

‘Om kwart na elf heb ik de laatste dingen meegemaakt’, verkondigde mijn man toen hij verlamd in bed lag. Of hij dan wist hoe laat het was, vroeg ik hem. ‘Kwart na elf’, zei hij, en de klok sloeg drie uur. Kwart na elf gebeurde vier dagen later. Sindsdien beweegt de tijd verder vooruit, stroef en onverschillig. Aan zijn stolsels blijven ervaringen kleven, want zo ontstaat herinnering. Klonters worden meegesleept, samengedrukt, opgenomen en weggebracht. Alles wordt meegenomen, niets houdt stand en tussen toen en straks zit slechts acht minuten oud zonlicht.

uit: De rand, de val, de tijd van Marijke Van Thielen

Plaats een reactie