In meeslepende, gebalde miniaturen weet de zelfverklaarde cynicus Sam Sterckx, de poète maudit achter Kotsen op woensdag, ons zijn wereld vol lethargie en Chandleriaanse spitsheid binnen te trekken. Geen licht in de duisternis voor romantische zielen, althans niet voordat het donderdag is geworden.
‘In gedachten sleep ik mijn voeten door de straten van mijn verloren jeugd. Alles stinkt hier naar onvervulde dromen en opgebrande tijd. Mijn vingers beven en met de grootste moeite steek ik de vijfde sigaret van de dag aan. Terwijl ik mijn longen teer laat proeven, kijk ik met verkleinde pupillen naar mijn oude buurt. Mijn grootouders hadden velden en veen gekend, ik moest het stellen met betonnen appartementsgebouwen en vestimentair gefaalde marginalen die hun dun gezaaide hersencellen opzadelden met meerdere xtc-pillen per week’