
foto: Grand Foulard
Gert-Jan van den Bemd vertelt een beetje melancholiek over Het Ding dat in Oostende plots verdwenen is. Het Ding laat zich niet makkelijk beschrijven en amper iemand zag het verdwijnen. Een ding is zeker: Het Ding was een veilig baken.
Jan Devriese brom-beert gezellig over het vreemdsoortige theater van koninklijke families. ‘Met koning Albert kon je wel geheid pinten drinken en seksistische praat uitslaan,’ relativeert de hofnar, maar Boudewijn hield het waarschijnlijk bij wijwater.
Geen verdwijnende dingen en stijve toneeltjes van monarchen bij Sarah De Grauwe. Zij laat alles los in La Manche. En droomt het droomlandschap daar hardop.
Ik heb nooit begrepen wat het was. Het leek op een vitrine, een tafeltje op kitscherige poten, gestileerd als muzieknoten. Het was een ding.
Uit: Weg ding van Grand Foulard
Krijg je in een opleiding tot monarch eigenlijk ook een workshop balkonwuiven?
Doorgaans valt ermee te leven, maar af en toe heb ik heel erge last van monarchitis. Bijna tot bubbeltjes toe. Dan zie ik in een flits weer eens zo’n scène op een bordes of balkon, en schiet ik in een kramp.
Uit: Hofnar van De week van Jan Devriese
De oude heuvels zingen, de valleien luisteren. De valken en de hoornaars, het paardengebries en het ezelgebalk, de mestmachines, de krakende stap van de wandelaar, die in zijn spoor telkens wat van zijn zware zelf afwerpt en de steden vergeet. ‘Des paroles qui courent dans le vent.’ Weelderige weilanden, met camembertkoeien, gezandstraalde kathedralen, slaapdorpen, piratenhaventjes.
Uit: La Manche van Sarah De Grauwe
