Groetjes uit het multiversum (vangst #156)

In de vangst van deze week bespreken we het fenomeen tijd en de beleving van parallelle werelden. Deze krenten in de filosofische pap door de eeuwen heen, worden door ons team omgebakken tot hapklare brokken advies waar je als drukbezet modern mens iets mee kunt – of beter, iets mee bent. Gewoon, in de brooddoos!

Er is te weinig leven in dit leven om alle levens te leiden die een mens wil leiden. Dingen en mensen komen te vroeg of te laat op je pad. Mogelijke werelden sterven als koude golven in het rooster van de zwemkom. Daar ligt de troost van het multiversum van Hugh Everett III – de pa van E van eels overigens. Die levens zijn er wél, zegt hij, maar je ziet ze niet omdat de menselijke ervaring tekortschiet om de kwantummechanica ten volle te beleven.

Uit: In het schoonste zwart op Here comes Herman

De menselijke ervaring misschien, ja – maar niet de wereld van de blogs! Je hoeft maar twintig minuten in de haven van Aanlegplaats rond te dobberen of je weet (voelt!) hoe het is om een bestsellende schrijver, een ex-rockzanger of een hysterische jonge moeder te zijn.

Dat we niet moeten wachten om aan onze gedroomde levens te beginnen, argumenteert ook Isaura Fluit, die het boek 4000 weken van Oliver Burkeman las. “4000 weken, dat is hoe lang een gemiddeld mensenleven duurt. Het klinkt ontstellend kort, en dat is het ook.” Het is een pleidooi om dingen te doen waar we blij van worden. Gelukkig neemt Herman ons mee naar het afscheidsconcert van De Brassers.

Aan Els Claessens hoeven we het ook niet meer te zeggen. Zij werkt (schrijft!) een “speciale” kennis die niets anders lijkt te kunnen dan haar (ons!) te beledigen, uit haar leven.

En het is nog maar vrijdagmorgen.

Je abonnement op de krant opzeggen. Een saaie subsidieaanvraag invullen. Een afspraak regelen bij de tandarts. Op de één of andere manier leven we allemaal (enfin, jullie misschien niet, maar het was voor mij wel heel herkenbaar) in de kinderlijke illusie dat we ooit, ergens in de toekomst ‘vrij’ zullen zijn. Dat er een magisch moment zal komen – als we groot zijn, als we dichter bij huis kunnen werken, als de kinderen het huis uit zijn, als we met pensioen kunnen gaan – waarop het leven niet meer grotendeels zal bestaan uit geregel en gedoe. Dàt zal het ogenblik zijn waarop we aan al onze gedroomde levens zullen kunnen beginnen, dàn maken we werk van alles wat we tot nu toe hebben uitgesteld en opzij geschoven. Alleen bestaat dat moment niet. 

Uit: 4000 weken op Elke dag wel iets

Dan viel haar oog op mijn oorbellen: ‘Zelf gemaakt?’ ‘Nee,’ zuchtte ik, ‘gekocht op een ambachtelijke markt.’ ‘Dat zie je,’ zei ze. ‘Artisanaal. Had je zelf ook gekund, toch?’ In dubio of dit nu een compliment was, of net niet, begon het me te dagen waarom we elkaar al zo lang niet meer gezien hadden. Toch, ik kon haar niet meteen buitenwerken. Niet alleen omdat dat buitengewoon onbeleefd zou zijn, ik had ook een berg eten klaargemaakt.

Uit: Bloempotten op Gebeur-te-lijke ongevallen

Plaats een reactie