
Gaat 2024 het jaar worden dat ik de pen van Ingrid van der Graaf leerde kennen? Het is wonderlijk hoe ze me telkens vanaf de eerste paragraaf meekrijgt en me met haar ogenschijnlijk eenvoudige zinnen weet te ontroeren. Vorige keer had ik al opgemerkt dat haar stijl me aan die van Marja Pruis deed denken – de tamelijk sublieme columniste van De Groene Amsterdammer. Dezelfde conversationele toon; dezelfde losse invalshoeken. Het lijkt alsof Ingrid je een verhaal vol impressionistische jazz-toetsen influistert, maar het zit allemaal wonderwel in elkaar. Prachtig stuk over de liefde, het poeziëtijdschrift Het Liegend Konijn en otters
Lennart Vanstaen bespeelt een compleet ander register in Oud ijzer, koper, loodzware job. Iedereen kent, al was het maar van horen omroepen, de in bestelwagens rondrijdende ijzeropkopers die via luidsprekers verkondigen dat ze de mensheid en hun buurtbewoners van oud ijzer willen verlossen. Lennart gaat met dat gegeven aan de slag en maakt er een geestige denkoefening van.
Afsluiten doen we met Ingrid Verbanck. Op Elke dag wel iets iets staan regelmatig opmerkelijke stukken. Intelligent. Weloverwogen. Scherp. Interessant. Aanleiding van haar analyse over Sartre en De Beauvoir is het boek A Dangerous Liasion van Carole Seymour-Jones waarin van de mythe van de denker met de pijp en de vele vriendinnen weinig heel gelaten wordt. Wat rest van zijn omvangrijk oeuvre en van jarenlang met een beschouwende blik door Parijse vensterramen te staren zijn de exorbitante prijzen in Café de Flore.
‘Ik moest denken aan de tijd dat de man en ik uit elkaar dreven. Ook mensen komen in stromingen terecht. Ik dacht aan hoe ver de man en ik van elkaar verwijderd raakten. Dat de gedachte, dat als ik toen gewoon zijn hand had gepakt, me niet meer loslaat. We vonden elkaar, nadat we uit elkaar gedreven waren, wel weer terug hoor, maar daar gingen jaren overheen.’
Uit: Zeg weet je van Ingrid van der Graaf
‘De tweede metaaljager daarentegen gooit het over een heel andere boeg. Hij onderbrak de stilte tijdens mijn lunch met de profetische woorden: ‘Oud aaazer, loewd, koper en zink. Platte batteries en wrakken van awtoos’. Deze man speelt meer in op de omgeving, door het eren van het plaatselijke dialect. Ook heeft hij meer aandacht voor het metrum, waarbij hij erg slim jambische versvoeten afwisselt met de anapeste variant. Persoonlijk vind ik die menging van hoge en lage cultuur erg tot de verbeelding spreken.’
Uit: Oud ijzer koper loodzware job van Lennart Vanstaen
‘Wie wel een rol van betekenis speelt in het verzet? Camus. Als hoofdredacteur van het verzetsblad ‘Combat’ bleef ook hij publiceren, maar zijn teksten werden tijdens de oorlog niet in de Parijse theaters opgevoerd onder goedkeurend oog van de Duitsers. Het was pas toen het duidelijk werd dat Duitsland op een nederlaag afstevende dat Sartre zijn kar keerde en er op een bijzonder opportunistische manier in slaagde om na de oorlog het narratief rond zijn persoon te keren.‘
Uit: Een smerige affaire van Ingrid Verbanck
