We zullen ons in stilte bezighouden (vangst #204)

Januari is de maand van de herinnering. Ik hoef er mijn blog maar op na te slaan. Vele stukjes schreef ik rond deze tijd die het (meestal verre) verleden als onderwerp hebben. Ik heb daar verklaringen voor gezocht en ook gevonden, de een wat plausibeler dan de andere. Ik laat het op heden maar liever bij de vaststelling, dat in dit niemandsland tussen de decemberfeesten en het nog niet goed op gang gekomen nieuwe jaar de gedachten een beetje ronddobberen zonder zich nog te hechten aan dringende zaken, en de herinneringen vrij spel hebben.

Aldus beschrijft Jan-Paul van Spaendonck deze eerste maand van het jaar. Het klopt hoor, 2025 is inderdaad nog niet echt van start gegaan, wat die complottheorie die de actualiteit heet ons ook wil doen geloven. Bovendien ligt de helft ziek in bed, dus marcheren zou het sowieso niet. De andere helft kan nog even doen wat hij wil. Mijmeren over vroeger, freubelen aan apparatuur die niet kapot is zoals Mark Nankman of jezelf een indigeste lezen aan merkwaardige producten met Merel de Vilder Robier. Niemand die je tegenhoudt.

Voor me ligt een stapeltje foto’s. Floor en Maartje kijken me lachend aan, Floor heeft een brandende filtersigaret tussen haar vingers, wat ik een raar gezicht vind. Glenn speelt, voorovergebogen, het zwarte haar valt schaduw-brengend over zijn gezicht, op zijn sunburst Gibson. Jan Hart zit ernstig achter zijn drumstel, een stokje klaar om toe te slaan.

Uit: Foto’s op Voorheen rookzanger

Een Philips F7511. Volautomatisch en werkt perfect, als ik de verkoper moest geloven. Heeft alleen wat liefde nodig. Precies wat ik zocht. Voor drie tientjes wisselde het van eigenaar. Mijn eerste plan was om een ouderwetse naaidoos om te bouwen tot platenspeler, maar dat idee parkeer ik vanwege gebrek aan geschikte naaidozen.

Uit: Freubelvirus op Verwoede noten

“Mijn goudmijn is een vuilnisbelt en vice versa,” zeg ik heel den tijd aan al wie ook maar een beteke luisteren wil.

Mijne gelieven schenken mij dan ook vaak rare resten van in hun ogen obsolete bibliotheken en af te stoten verzamelingen. Mijn boekenkasten puilen ondertussen uit en ongeopende bananendozen stapelen zich op tegen elke vrije muur van mijn Paradife Loft.

Maar ik versaag niet, lees elke letter plutôt deux fois qu’une en laat alleen de dubbels en de non-fictie weer los.

Uit: In de hangmat met… #9 op Merel de Vilder Robier

Plaats een reactie