
Sommige dichters zijn gezegend met het uiterlijk van negentiende eeuwse dandy’s met een onstilbare eetlust, terwijl anderen dan weer lijken op ascetische langeafstandlopers. David Troch behoort duidelijk tot die laatste categorie. Spichtig. Scherp. Sacraal. Ik vond het fascinerend om te lezen hoe fanatiek hij met lopen en dichten en andere belangrijke bijzaken zijn dagen vult.
Er zijn weinig pennen die het gevoel dat het verglijden van de tijd oproept trefzekerder weet te treffen dan die van Jan Devriese. In het stuk Glimlachen schetst hij in drie paragrafen het heden, verleden en de toekomst van zijn relatie met zijn kleinzoon.
Bene Van Eeghem is een moeder van twee kinderen. In een geestig verhaal licht ze een tip van de sluier van haar gezinsleven op. En achter alle Ryanair-chaos en zoektochten naar bedden in Maldegem knettert een behaaglijke gloed die mij alvast deed verlangen naar een zorgeloze kindertijd in Brugge onder de vleugels van een mamma universale.
‘Aan snelheid werkte je in je eentje zelden. Wat zou je ook, je liep rond zonder schema. Doe je nog altijd. Toch verbaasde je jezelf meermaals. Tien kilometer. Tien mijl. Trail. Halve marathon. De heilige marathon. Nu en dan benaderde de man van middelbare leeftijd zijn prestaties als jongeling.’
Uit: De orde van de dag van David Troch
‘Je hoopt dat dat zo blijft. Dat je allebei om hetzelfde kunt glimlachen. Maar misschien wordt hij een puber die alles stom vindt, mij voorop. En misschien word ik een ouwe zeur en vind ik hem een onuitstaanbare puistenkop. Je weet het niet. Je denkt terug aan het ventje van negen dat je zelf ooit was. Je had geen opa’s meer.’
Uit: Glimlachen van Jan Devriese
‘Het vliegtuig is voor onze neus opgestegen, mama, kun je ons nu ophalen in Charleroi? Lukt dat?’ De rit blijkt uiteindelijk niet nodig, ze nemen de trein terug, de vlucht wordt omgeboekt. Waardoor ik anderhalve dag later om 1u ’s nachts uit bed sukkel en haar aan het station drop. Voor een nieuwe rit met de nachtbus, richting luchthaven, richting Italië, maar dat hoofdstuk was broer dus vergeten. Voor hem doen alleen maaltijden en sporttraining ertoe. En dat mama veel mensen kent en dingen oplost.’
Uit: La mamma universale van Bene Van Eeghem
