
Ik was het vergeten te melden tijdens het interview, maar Benno Bernard volg ik ook. Dat is de grootste stilist van allemaal. Hij staat niet in jullie haven, vanuit Doorbraak, maar lees dit:
Maar dat is allemaal poëtische onzin, het is bewolkt, de ovalen baai is schemerig en somber, het duistere water weerspiegelt industriële lichtjes; ik vaar door de beelden die de romantiek in mijn brein heeft afgedrukt, Goethe, Byron, al die dwepers die door de geschiedenis in leugenaars zijn veranderd – als ze na twee eeuwen hier terugkwamen, zouden ze dat smerige, criminele Napels niet kunnen uitstaan en de door een miljoen schermpjes vermenigvuldigde baai verachten. ‘Laten we naar binnen gaan’, zegt het liefje van Byron en Goethe.
Uit: Siciliaanse dagen van Benno Bernard (op Doorbraak)
Wat dichter bij huis vinden we Gerbrand Bakker, die een huis heeft / had in de Eifel – de berichten daarover zijn wat warrig – waar hij tien jaar geleden dit aantrof (maar lees vooral ook al die andere stukjes):
Regelmatig zit er een aap in de tuin. In de Eifel wonen nogal wat wilde dieren. Eén keer, toen ik met Jan van Mersbergen aan het wandelen was, zagen we vermoedelijk een lynx. Verder zitten hier heel veel reeën, vossen, soms moeflons, rode wouwen, zwarte ooievaars, hermelijnen en wezels en op zolder woont waarschijnlijk een marter. Die heeft het de laatste dagen heel druk, hij (of: ze) maakt (maken) een enorm kabaal aan de andere kant van de gipsplaten. In het ergste geval zijn het geen marters maar wasberen. We hebben ook een huiseekhoorn, die loopt altijd dezelfde route door de tuin. Bij die aap kom ik niet in de buurt, ik vermoed dat die gemeen kan bijten.
15 mei 2015 van Gerbrand Bakker
Eindigen doe ik met een kort en onheilspellend citaat van Ivo Victoria – de gastvisser van twee maanden geleden:
De laatste tijd heb ik met regelmaat geweldsfantasieën.
Uit: Tekenen van herstel van Ivo Victoria
