Modern times! (vangst #229)

Oh, de moderne tijd! Brenger van talrijke zegeningen die er steeds sneller in slagen hun keerzijde te laten zien.

Marita sjeest met een elektrische huurfiets (‘die een paar centimeter te hoog is en met handremmen die zo zijn ingesteld dat je meteen van de fiets valt als je iets te enthousiast knijpt’) over Terschelling en kom zichzelf tegen: ‘Waarom kan ik niet, net als andere mensen, lekker rustig fietsen?’

Suzanne Brink beschouwt de voordelen van de moderne schaduweconomie: ‘Marktplaats heeft blinde vlekken op de kaart ingevuld met verhalen,’ en: ‘Via Vinted kom je weer op andere plekken. Bijvoorbeeld aan de andere kant van de stad bij een pakjespunt dat een half uurtje per dag open is en waar je zodra je de deur opendoet bedolven wordt door een lawine aan wanhopige pakjes op zoek naar een baasje.’ 

Op Hard//hoofd schrijft Marthe van Bronkhorst een prachtige column over ‘de schemerromance’, momenten waarbij er lijkt geflirt te worden, maar de mogelijkheid in stand wordt gehouden dat het evengoed een hersenspinsel zou kunnen zijn. ‘Zo’n ‘koffieafspraak’ die overdag plaatsvindt, maar waar ook een kinderwens besproken wordt, waarin het geheel net níet eindigt in een lange omhelzing, wel in een soort half-scheve wangzoen, en de ander per se wil trakteren, maar aangeeft van het single leven te genieten, geïnteresseerd te zijn in mijn werk, benadrukt dat ik zo sexy ben, en me dan vraagt mee te kijken met zijn potentiële Tindermatches. Lezer, snap jij het nog? Nee, nou, ik ook niet.’

Het lijkt heel modern, doen alsof er belangrijker zaken zijn dan de liefde. De verwarring die erop volgt lijkt echter van allen tijde. En de mijmering waarmee Van Bronckhorst haar tekst afsluit, is tijdloos mooi.

Onderweg kom ik vooral veel bejaarden tegen. Bejaarden die alle bankjes bezet houden, bejaarden die midden op het fietspad spontaan besluiten om van hun fiets te stappen, bejaarden die in de weg lopen. Bejaarden dus.

Uit: Terschelling op Marita’s overpeinzingen

De verkoper, een jongen die op de vijfde verdieping woonde, zei dat hij wel mooi uitzicht had. Hij verkocht de kattenmand omdat zijn relatie uit was en zijn vriendin de kat mee had genomen. Zijn appartement zag eruit als na een bezoek van een deurwaarder. Op een smoezelig bankstel na was het leeg. Ik mocht gratis nog een aangebroken zak kattenvoer meenemen. Altijd als ik langs die gevangenistoren fiets, denk ik aan die jongen zonder kat en zonder vriendin. 

Uit: Te koop: Militair koelvest (S) op Suzanne Brink

‘En kungfu, doe je dat nog?’ vroeg ze. ‘Twéé keer per week?’ Ze zei het alsof het iets ongelooflijk kinderachtigs was, iets wat zij lang geleden achter zich had gelaten. Wat moest ik nou terugzeggen? Ja, ik had al die uren op woensdag- en vrijdagavond een liefdesleven kunnen onderhouden in plaats van mijn jump squats en mijn hammer fist, dan was ik nu gelukkig gesetteld zoals jij. Maar ja, hè, when the way of the dragon calls, you answer. De waarheid is: ik heb er nooit bij stilgestaan dat ik werk, hobby’s en vriendschappen boven de liefde stelde, dat ik maar wat deed met mijn tijd en liefdesleven, net als Carrie. Of, in de woorden van Menno Wigman: slordig met geluk.

Uit: Wat dit nou een flirt? op Hard//hoofd

Plaats een reactie