Eerlijkheid is een verdomd lastig begrip. Mag je stelen van de rijken? Hoe rijk moet die rijke dan precies zijn, en hoe arm jij? Veruit de meeste schrijvers in onze haven kwamen aan per roeiboot, enkelingen slechts met een oligarchisch jacht.
En zo neemt Viktor Frölke het op tegen de Grote Boze Banken, en Eliane De Bleser tegen de kleine kruidenier met een scherp oog. Helden zijn het, in pyjama toch, volgens onze favoriete briefschrijver, die zich al spontaan in gevangenisplunje hult.
Dus bij mijn pensioen over tig jaar vijf euro tegemoet kan zien Bruto, per maand, dat is. Amper genoeg, dunkt me, voor een pak bevattende één dozijn Etos Incontinentiebroekjes. Maar elke druppel telt.
Uit: Druppels van Viktor Frölke
‘Ik zal het nooit meer doen. En ik heb me op tijd bedacht. Ik heb alles teruggelegd.’
‘Ja, maar we hebben je bijna op heterdaad betrapt.’
‘Net niet. Er is niks gebeurd. De spullen liggen terug in de rekken.’
Uit: Of bij de kruidenier op Anderewoorden
‘Het heldendom was sowieso nooit een rol die mij aansprak. Ik was altijd liever indiaan dan cowboy (toen waren cowboys nog helden), liever boef dan politie. Ik had zelfs een heus zwart-wit gestreept gevangenispakje, bol met beenketen inclusief.’
Uit: Waarom het beter is de held te zijn op Brieven aan mijn zoon
