
De website van ‘Te gek’ waarschuwt ons voor problematische framing wanneer we het over geestelijke gezondheids(problemen) willen hebben. We knikken enthousiast ja, en schrappen de inleiding die hier eerst stond.
Als lezers, schrijvers en mensen tout court weten we maar al te goed hoe precair dat is, die gezondheid. De wereld bestaat niet louter uit de grijstinten tussen ziek en gezond, maar uit alle mogelijke kleurschakeringen.
Els Claessens, meestal de vrolijkste blogger in huis, struikelt nochtans bijna over de omvang van het taboe wanneer ze voor het werk op pad is, Joost Elli (voor het eerst in onze vangst), vertelt over zijn nacht als verpleger op een psychiatrische afdeling, en Hannes Couvreur vraagt zich af waarom ook beperkingen in functie moeten staan van groei.
‘Drie jongens van een jaar of acht, negen, bellen aan bij een rijhuis dat ik nader. ‘Hij is er niet,’ zegt een vrouw in een deuropening. De jongens reageren verwonderd. ‘Is hij opgenomen?’ De vrouw maakt oogcontact met me. Ik zie het verdriet, verscholen in haar kranige houding. Niet in een instelling. Haar zoon is opgenomen in het ziekenhuis. Toch?
Uit: 2020 op Gebeurtelijke ongevallen
‘De opdracht bij uitstek van de nachtverpleegkundige is de kalmte te bewaren. Welzijn begint bij een goede nachtrust, voor de patiënt én zijn omgeving. Vergeet elk therapeutisch gesprek als dat niet in orde is.
In de verpleegwacht was het een va-et-vient van mensen die de slaap niet vatten. Uit pure krankzinnigheid. Een man met godsdienstwaanzin, een onheilsprofeet, bracht mij elk uur een bijbelcitaat, een jobstijding, met satanische ogen — het zag er niet goed voor mij uit. Zijn taak liep de klok rond door. Een dame stormde poedelnaakt binnen, tierend omdat ene Tamara wéér in haar bed piste. Of we Tamara nu eens konden meenemen zodat ze eindelijk van dat serpent af was. Ze moest van geen lakens verversen weten, als we haar van Tamara afhielpen was het al lang goed.‘
Uit: Het zal je buur maar zijn van Joost Elli
‘Ik weet wel dat er niet zoiets bestaat als te autistisch zijn. Net zoals je niet te groot of te linkshandig of te blind kan zijn. Je kan wel beperkt worden door al die eigenschappen. Soms ben ik bang dat de prijs voor het respecteren van mijn grenzen té hoog is, en de kosten navenant. Sociaal, emotioneel, financieel. Een catch 22, want door die grenzen (onbewust) niet te respecteren heb ik jarenlang roofbouw gepleegd op mijn lichaam of ging ik relaties aan die voor geen van ons beiden gezond waren.
Beperkingen. Het lijkt wel taboe in een samenleving die zo doordrongen is van groeizucht. Stagneren, een grens leren kennen en respecteren. Nee, zelfs beperkingen moeten in functie staan van groei.‘
Uit: 10.11.22 op Dit hoeft niets te worden