
Vroeger, dat laat geen twijfel, was alles beter. Of misschien toch niet. Anders, dat zeker wel.
Carnaval bijvoorbeeld. Jan Van Mersbergen schreef een boek over hoe hij in dat feest zijn ware ik ontdekte, net niet te vroeg – Godfried Bomans helpt een handje. En Lucinda Williams, geen mens kan zo smachtend zingen als zij, schrijft Ben De Graaf helemaal terecht. Het gaat allemaal over geluk, dat vroeger grijpbaarder leek, maar dat ook niet was. Jan-Willem Lubbers weet het ook niet zo goed meer.
‘Die is te vroeg begonnen,’ zegt mijn gastheer peinzend, terwijl hij de man met zijn stok in de buik pikt, ‘kop op, Willem, dadelijk doen we allemaal mee. Je moet nooit,’ zegt hij tegen mij, ‘te vroeg beginnen. Dan ben je de enigste, die gelukkig is, en dat is het ongelukkigste wat er bestaat. Zal ik u maar voorgaan?’
uit: incognito van Jan Van Mersbergen (en eigenlijk dus: Godfried Bomans)
Lucinda Williams behoort met Bob Dylan, Van Morrison en Mick Jagger tot de muzikanten die als pensionado niet in een luie stoel zijn gaan zitten. Ze zijn kunstenaar met een missie: ze blijven spelen. Maar Lucinda gaat een stap verder. Zij doet wat ook Sam Baker deed. Zij brengt een ode aan het medisch adagium: focus op wat je nog wél kan, niet op wat je níet meer kan.
uit: Levenskunst van Lucinda op Ben Tekstschrijver
Ik schijn eens gezegd te hebben dat het de kunst is om gelukkig te zijn ook als je je ongelukkig voelt, waarbij ze zijn en voelt onderstreept had.
Ik schrok, ik mag toch hopen dat ik daar niet iemand mee gekwetst heb; tegen iemand zeggen die zich ongelukkig voelt dat hij of zij maar gelukkig moet zijn, dat is wel heel hautain. Ongetwijfeld had ik die gedachte niet zelf verzonnen, maar had ik het uit een of ander vaag New Age-boekje gehaald.
uit: #1945 van Jan-Willem Lubbers