In de week dat Federico Bahamontes stierf (vangst # 129)

In de week dat een jongen uit ’s-Gravenwezel wereldkampioen wielrennen werd, stierf de adelaar van Toledo. Maar dat weerhield me er niet van om in de haven te duiken en drie verhalen vol vreugde en verdriet op te vissen. 

In de week dat Vincent Merckx aankondigde dat hij een boek met zijn beste verhalen uit 2022 heeft gepubliceerd, werd zijn leven beheerst door beren en moest hij op een camping de angst voor predatoren bij een zesjarige Italiaanse jongen wegnemen. Die jongen ging, uit schrik voor Vincents Gentse tongval, prompt badmintonnen. Als in de verre toekomst een Italiaan badminton-goud wint op de Olympische Spelen weet u welke Gentenaar hier schuld aan heeft.

De zoektocht naar een zeldzame klasfoto van zijn moeder mondde uit in een Grand Cru Tom Wouters-verhaal, waarin een mooie voetnoot is weggelegd voor ‘de club van klein verdriet’. Ach, plooide de werkelijkheid zich maar wat meer naar de verbeelding van Tom Wouters. Of naar de verbeelding van zanger Lucky Fonz III. Niet toevallig is diens wereldnummer ‘De mossel’ de favoriete zomerplaat van Tom Wouters. Lees Tom Wouters; luister naar Lucky Fonz III.

In de week dat de adelaar van Toledo stierf, sloeg de jongste dochter van Merel de Vilder Robier haar vleugels uit en verliet het moederlijke huis. In haar volstrekt uniek taaluniversum beschrijft ze wat het vertrek van haar drie kinderen met haar deed. Verder ben ik van mening dat Merel de Vilder Robier de mooiste naam ter wereld is.

‘Bovendien, en zo kwamen we bij de grond van de zaak, kan je ooit echt zeker zijn dat een beer een beer is? En benadert een mens in een berenpak niet méér de realiteit dan een beer in een Chinese kooi?’

Uit: Berenpak van Vincent Merckx

“‘Hier in deze kast zit onze collectie microfilms. Ze bevatten alle lokale clubblaadjes van tussen 1930 en 1980, waaronder de volledige jaargang van ‘De club van klein verdriet’, een vereniging die 1 jaar heeft bestaan, in 1952. In hun blad verzamelden ze anekdotes van inwoners over die keren dat ze hadden moeten huilen om weinig tot niets. Allemaal anoniem, tot bleek dat het een eenmansclub was en dat voorzitter Sooi Pelckmans al dat verdriet zelf bij elkaar pende. Sooi was een treurig man. Jij hebt die toch nog gekend he, Staf?”’

Uit: Klasfoto van Tom Wouters

‘Nu ben ik alleen en al wat schone, wilde beloftes inhield – opstaan, eten, schrijven, leven waar, wanneer en hoe ik wil – bevat ook tristesse en doet zeer.

Een confituurpotje soep ontdooien en tranen mengen zich met het lauwe water in den évier.’

Uit: Uit het dagboek 27 van Merel de Vilder Robier

Gepubliceerd door Jo Komkommer

Ik werd geboren in 1966 in Wilrijk, maar gelukkig verhuisden mijn ouders al vrij snel naar het mondaine Berchem. Na een onopvallende carrière als linksachter bij SK 's-Gravenwezel werkte ik enkele jaren als reisleider in de Dominicaanse Republiek en de Verenigde Staten. Daar kwam ik in de lobby van een Holiday Inn in San Francisco Jolanda Cats tegen en het was liefde op het eerste gezicht. We zwierven nog even rond, kregen een dochter Zoé, kochten een huis in Antwerpen en trouwden. Ik werk sinds meer dan twee decennia in een stijlvol boetiekhotel met een haast even mondaine uitstraling als het Berchem uit mijn kinderjaren.

Plaats een reactie