De wonderbaarlijke terugkeer van de zomer (vangst #230)

Erik Herbosch, van de onvolprezen blog De Sprekershoek van de Schrijverij, zag in het bezoek van Trump aan de NAVO-top in Den Haag aanleiding om herinneringen aan de verdwenen taal van zijn oma op te halen. Een scherp stuk waarin de weemoed vrijspel krijgt.

Al lang kiemt in mij het plan om eens een boek van Carry van Bruggen te lezen en kijk: Kristien Bonneure – van de gelijknamige blog (en van zoveel meer natuurlijk) – sprak naar aanleiding van het feit dat Eva van Carry van Bruggen in de literaire canon is opgenomen met Gaea Schoeters. De twee dames wisten mij te overtuigen om deze zomer Eva te lezen.

De pen van Jan Devriese – de man achter De week van Devriese – weet steeds met zwier, humor, wat zelfspot en een vleugje onbestemde droefheid herinneringen aan voorgoed voorbije zomers op te halen. Het verhaal Rondetijd is schitterend. Een Jan Devriese Grand Cru.

Waarom we dat doen, weet ik niet en begrijp ik niet. Net als u weet ik over enkele dingen weinig en over de meeste dingen niets. Het aan mijn oma vragen kan niet meer en bovendien, oma sprak een andere taal, statig, waardig en beschaafd.’

Uit: Kutmug van Erik Herbosch

‘Eva werd in 1927 geschreven door de Nederlandse Carry van Bruggen. Een vrouw met een bijzonder levenspad. Ze was actief als journaliste, schreef romans en filosofische werken. “Ze was al jong gefascineerd door lezen en nadenken, en dat is haar hele leven zowel haar zegen als haar ongeluk geweest.’

Uit: Eva van Carry van Bruggen is nieuw in de literaire canon van Kristien Bonnheure

Wie er het talent voor heeft, herinnert zich in een waas van dankbaarheid en weemoed de grote vakanties uit zijn kindertijd. Dankbaarheid omdat we toen niet beter wisten, weemoed omdat we nu beter weten.’

Uit: Rondetijd van Jan Devriese

Gepubliceerd door Jo Komkommer

Ik werd geboren in 1966 in Wilrijk, maar gelukkig verhuisden mijn ouders al vrij snel naar het mondaine Berchem. Na een onopvallende carrière als linksachter bij SK 's-Gravenwezel werkte ik enkele jaren als reisleider in de Dominicaanse Republiek en de Verenigde Staten. Daar kwam ik in de lobby van een Holiday Inn in San Francisco Jolanda Cats tegen en het was liefde op het eerste gezicht. We zwierven nog even rond, kregen een dochter Zoé, kochten een huis in Antwerpen en trouwden. Ik werk sinds meer dan twee decennia in een stijlvol boetiekhotel met een haast even mondaine uitstraling als het Berchem uit mijn kinderjaren.

Plaats een reactie