Feest! (vangst #52)

Tweeënvijftig weken al stelt de redactie van Aanlegplaats voor u een vangst samen, beste lezer. Een heel eerste jaar lang.

Tijd voor feest! En bedankjes. Aan u uiteraard, die de weg naar onze haven steeds meer en beter vindt, aan de blogschrijvers allerhande, de gastvissers, en aan voormalige redactieleden ianthe Cooreman en Dennis Pauwels, zonder wie Aanlegplaats niet zou bestaan.

Er is plaats voor nieuwe leden, aan onze redactietafel. Voelt u zich geroepen? U bent het, ook al lijkt Marjon Meijer te suggeren dat het er niet altijd even gezellig is. Conflict! Gevecht in regel! Waarop Jo Komkommer er vandoor gaat naar Gent om er de plaatselijke John Prine te interviewen, en – preventie is belangrijk – Dirk Van Boxem zich de les rond al dan niet gerechtvaardige verlangens inprent.

U merkt het, bij dit eerste verjaardagsfeest kijken we voor één keer in eigen boezem en blog.

Veel leesplezier!

Wat niemand weet, is dat ik nog altijd niet door heb hoe je iemand eruit stuurt. Ik moet snel een alternatief bedenken. Ik baan mijn weg door de tussenkomst en neem de twee jongemannen mee naar buiten. Ik laat ze tegen elkaar vertellen waarom ze boos zijn. Wat een groot risico is. Er zit nog vuur in hun ogen, ze kunnen ieder moment opnieuw beginnen. Dat gebeurt gelukkig niet. Rechts snapt nog altijd niet waarom links zo boos werd: “Ik heb toch niet gezegd dat ik jouw moeder ging neuken ofzo?” Nee allicht, als iedereen die dat zei zou worden belaagd, stond ik helemaal nergens met mijn invuloefening. Ik vraag ze of ze zin hebben om verder te gaan met de les. De een wel, de ander niet. Ideaal.

Uit: Gevecht van Marjon werkt

De urenlange wandeltocht door Gent bracht me naar boekenwinkel Paard van Troje waar ik opmerkte dat de boeken van Wannes Van de Velde en Lieven Tavernier broederlijk naast elkaar stonden. Verder gluurde ik binnen in de Mokabon maar herkende geen besnord silhouet. Maar in een zijstraat van de Vrijdagmarkt zag ik een man op een te grote fiets, die vaagweg leek op een délégué van Sporting Lokeren uit de tijd dat de wonderspons nog medische mirakels verrichtte. De man op de fiets hield halt en zei: ‘Vriendje…’

Het was effectief de grote Gentse zanger die, ergens in het Niemandsland tussen John Prine en Georges Brassens, een geheel eigen universum heeft geschapen waarin verlangen en weemoed hand in hand gaan. En waarin de herfst altijd doorschemert en de liefde soms een vraagteken blijft.

Uit: De grootmeester van het stil verdriet van Komkommerdagen

Een arm die zich nog net niet helemaal strekt, bekroond met een wapperend handje dat geen vuist wil worden – dat was het eerste woord van Raketman. We noemen het hier ten huize Bijgekleurd de keizerlijke handbeweging.

(…)

Het is een sleutelmoment, zoals alle momenten in de ontwikkeling van een kind, waar ik met een vergrootglas naar probeer te kijken, vloekend op mijn eigen rusteloosheid, die me weglokt van het hier en nu van de keizerlijke. Mijn ouderlijke taak is het om het gebaar te beantwoorden met een eindeloos en genuanceerd ja en neen, zodat de jongen leert dat niet elk verlangen gerechtvaardigd is, en niet elk gerechtvaardigd verlangen zo maar kan worden ingewilligd. 

Uit: Willem du Gardijn van Bijgekleurd

(r) Tanja Wentzel – de Rode Valies

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: