Onsterfelijkheid. Eindeloosheid.
De zomer, en zeker een zomer als deze, vol met zon en warmte, nodigt ons uit om verder te denken dan ons eigen, nietige bestaan. Het is de ander die eeuwigheid biedt. Ondanks de hitte, symptoom van, ondanks de oorlogen, de dreigende recessie, en misschien wel net daarom … Don Vitalski ziet het in zijn kinderen, Jan-Willem Lubbers in de overgave aan liefde, en Ivo Victoria in het heldere water van een gemetste put: de droom dat het nooit mag ophouden.
‘de avond van daarjuist was zeker de mooiste ooit. geruisloze, groene vrede; avondlyk verstuivende zomerwarmte; de stemmen van myn vrolyke kinderen, zoals die zichzelf en elkaâr, hard lachend, de handstand aanleren – nu beiden, exact héden, hun àllermeest onsterfelyke leeftyd hebbend. ‘
Uit: Blog op donderdag, van Vitalski
‘Ik stelde voor om ons samen niet te verzetten. Hij aarzelde, maar stemde uiteindelijk in. We trotseerden de hellingen en scherpten de bochten, we verpoosden bij de vergezichten en proefden van de eindeloosheid. Totdat we samen vielen.’
Uit: #1890 honderd woorden (29) van Jan-Willem Lubbers
‘Het water in de bron was glashelder. De kikkervisjes die ik er eerder die week nog in zag zwemmen, waren nu niet te zien, zaten wellicht verborgen in de spleten tussen de stenen, en eens te meer was ik geroerd bij de gedachte dat je zoiets eenvoudigs achter kan laten, als mens. Een eenvoudig bouwwerkje waarin drinkwater verzameld wordt en dat er honderdvijfentwintig jaar later nog steeds staat, te midden van de natuur, goddamnit, over een voltooid leven gesproken, dat is in feite net zo mooi als een roman of vijf schrijven, wellicht mooier..’
Uit: Voltooid leven van Ivo Victoria
