Ondanks de talrijke overwinningen van Wout Van Aert in de ronde van Frankrijk zorgde het warme zomerweer voor een melancholische stemming onder de bloggers in onze haven. Niet getreurd echter want er zaten talrijke prachtige teksten tussen.
Een zeer aangrijpend stuk was ‘Oke’ van En Passant. Na de slotzin was het lang stil in mijn hoofd.
In de De rode valies schetst Tanja Wentzel een warm portret van haar vriendschap met de Gentse journalist en schrijver Laurens De Keyser – een man die elk jaar ‘Een ontgoocheling’ van Willem Elsschot herlas. Een lovenswaardige traditie. Haar tekst maakte mij in ieder geval zo nieuwsgierig naar het werk van de betreurde journalist dat ik binnenkort in bibliotheken en antiquairs op ontdekkingsreis vertrek naar zijn boeken.
Tot slot mocht ook Erik Herbosch van De Sprekershoek van de schrijverij niet ontbreken. Als er iemand de juiste pen heeft om over lang vervlogen Tours te schrijven dan is hij het wel. Iedereen die ooit negen jaar is geweest en op een fiets zonder versnellingen – maar wél met een sticker van Ward Sels – de ene na de andere eclatante zege behaalde, zal zich in ‘VakantieFomo’ herkennen.
‘Ik weet niet waarom ik nu precies aan mijn oma’s herinnering denk. De endocrinoloog heeft net verteld dat ik geen kinderen kan krijgen. Mijn eierstokken functioneren niet meer. Meer dan twintig jaar vroeger dan de bedoeling is hebben ze er de brui aangegeven.’
Uit: Oke van Fien De Block
‘‘Kom me maar snel nog eens bezoeken,’ zei hij. Zo vaak had hij over dood en afscheid geschreven, maar toen zijn einde nabij was, deed hij alsof er nog een volgende keer zou zijn. Ik sprak hem niet tegen.’
Uit: Verjaardag van Tanja Wentzel
‘Ik spring de fiets op. Een oranje ding dat klein blijft terwijl ik elke dag groter word. Versnellingen heeft hij niet maar wel het stuur van een koersfiets. Daarop kleven kleine stickers. Ward Sels. Rik Van Looy, hij lijkt op mijn vader, kijkt mij vanuit de hoogte aan met misprijzende blik. Allebei dragen ze een petje van Solo Superia. Raymond Poulidor, de eeuwige tweede en Jacques Anquetil, de eeuwige eerste, groot idool van mijn broer, al prijkt zijn foto wel op mijn fiets.’
Uit: Vakantiefomo van Sprekershoek
