
Tom Wouters Recht van Antwoord (TW): Midden juni werd ik op klaarlichte dag ontvoerd door een man die beweerde voor Aanlegplaats te werken, en hij toonde me als bewijs daarvoor een tatoeage van een anker op zijn enkel. Hij zou me pas vrijlaten als ik wat vragen kon beantwoorden over bloggen. Onder dwang deed ik wat hij vroeg en naderhand stuurde hij me onderstaande tekst door, die een loopje neemt met de waarheid. Tijdens mijn ondervraging vreesde ik daar al voor: de man nam niets op en noteerde weinig. Ik heb gelukkig een recht van antwoord gekregen, eentje dat mij in staat stelt om de flagrante fouten en verdraaiingen weer recht te zetten.
Aanlegplaats: Je weet nooit wie er zal komen opdagen wanneer je afspreekt met Tom Wouters, schrijver van kinderboeken, dagelijkse facebookposts en de blog Het Ongerijmde. Stuurt hij zijn Hongaarse influisteraar Milos, zijn reisboekschrijvende oom Isidoor, of – daar hopen we stiekem op – de nederige wijsheid van een nog onbekende Japanner net na de tweede wereldoorlog?
TW: Na de Tweede Wereldoorlog waren er nochtans niet veel Japanners meer die nederig noch wijs waren. Wel ontmoette ik in Parijs ooit een Japanner die beweerde dat de Seine ontsprong in zijn geboortedorp in Japan, en om dat te bewijzen nam hij een landkaart en tekende de weg die het water aflegde. De Seine ging bij de officiële bron immers ondergronds verder, onder land door en uiteindelijk zelfs onder de Japanse zee door, om in zijn dorp ten slotte weer boven de grond te komen.
Aanlegplaats: Hier, op het terras van Watmann aan het Berchemse Tramplein, huisden immers vroeger de Tramwegen van Antwerpen en Omstreken, gemeenzaam afgekort tot Tao. En was een tante van Tom Wouters daar niet de strenge directrice Personeelszaken?
Het is even wachten, maar dan duikt hij op uit de kelders van het etablissement, hij slaat het boekweitmeel van zijn kleren. “Dit is nog steeds een geheime bakkerswerkplaats, zoals vroeger, wist je dat niet? We werken er aan nieuwe pannenkoeken, waaruit je niet zoals gebruikelijk de toekomst, maar wel het verleden kan aflezen.”
TW: Ik heb nog nooit gehoord van pannenkoeken waarmee je de toekomst kan voorspellen. Wel maakte ik ooit een pannenkoek waar ik in de brandvlekken Formiosa kon herkennen, het vergeten land. Daarover uitweiden zou te ver leiden.
Aanlegplaats: Ik schenk een groot glas San Pellegrino voor hem in, dankbaar voor het bruggetje naar onze traditionele eerste vraag.
Waarom ben je ooit met een blog begonnen?
Aanlegplaats: Omdat jullie het gevraagd hebben, tiens! (hier, en ook wel elders). Maar dat is niet het hele verhaal. Al sinds het internet bestaat, ben ik er wel ergens op te vinden geweest. Tumblr, MySpace, SoundCloud, ik heb het allemaal gehad. Als muzikant, dadaïst, kinderboekenschrijver of journalist. Maar ik heb een rusteloze schrijversziel, dus heel lang hield ik dat nooit vol. Zo had ik vroeger ook een nieuwsbrief met boekentips: de boekenkast van Oom Tom.
TW: Ik ben nooit een dadaïst geweest, daarvoor ben ik te serieus.
Aanlegplaats: Ik heb altijd veel geschreven, en het schrijven op zich neem ik heel serieus. Dit is wie ik ben, wie ik zal zijn en altijd geweest ben. En toch zat er een zekere terughoudendheid in het zoeken naar een publiek. Het is kwetsbaar, je uiten als kunstenaar. Wat als het niet goed is, of niemand het goed vindt? Die schroom is nu weg, ik ga voluit voor de verovering van de Nederlandstalige Letteren.
TW: Dit is een verdraaiing van mijn woorden. Ik ga niet voluit voor de verovering van de Nederlandse Letteren, want voor je het weet moet je een roman schrijven van 800 pagina’s of meer, moet je mensen te woord staan over de betekenis van je boek, sta je in weekbladen met foto’s. Liever dan de verovering van de Nederlandse letteren zou ik graag een hoekje krijgen, een stukje weiland waar niemand iets mee is, maar waar mensen me wel af en toe kunnen horen. Dat zou al een hele zegetocht zijn.
Aanlegplaats: Mijn dagelijkse stukjes op facebook dienen daarvoor, en ik geef toe de likes en aanmoedigingen wel fijn te vinden. Ze bevestigen dat er voor wat ik schrijf een publiek bestaat. Welke van die stukjes ik ook op de blog plaats is een intuïtieve beslissing. Het heeft zeker te maken met wat bewaard kan worden, maar ze zijn daarom niet per se beter of zo. Vaak zijn het ook de iets langere stukken. Een flits moet flitsen, die leg je daarna niet in de kast.
In de komende periode staan ook wat papieren publicaties op de agenda. In Deus Ex Machina bijvoorbeeld, en nog wat andere, maar daar mag ik nog niets over vertellen. Weet jij daar trouwens niet meer van?
Soit, uitgevers en samenstellers allerhande mogen zich melden.
TW: Al die geheimdoenerij alijd over publicaties! Het doet me denken aan een anekdote die ik ooit uit een geschiedenistijdschrift haalde, waarbij een Chinese keizer er een sport van maakte om zijn vijanden uit de nodigen op een diner en dan tijdens dat diner voor te lezen uit verhalen waarin stond beschreven hoe de rest van de avond ging verlopen. Terwijl de rivaal van zijn soep genoten had en wachtte op de hoofdmaaltijd, hoorde hij de keizer zeggen: “toen hij wachtte op de hoofdmaaltijd, voelde de gast zich slechter worden en stilaan begon hij te beseffen dat de soep vergiftigd was.” Maar goed, was er nu iets met Aanlegplaats?
Wie zou er nog een blog moeten beginnen?
Aanlegplaats: Dat is een bijzonder lastige vraag. Ik lees bijzonder graag over boeken en schrijvers en mensen die daar goed over kunnen vertellen. Op Facebook volg ik wel een aantal mensen die daarover schrijven. Ik denk aan Steven Van Ammel of Arsene Droogakkers. Die heeft al een blog zeg je? Dan staat die toch niet op Aanlegplaats.
En dan verder eenieder die zich niet kan inhouden, denk ik. Die de drang voelt om gelezen te willen worden. Ik volg wel wat facebook mensen, er zijn er niet zo veel die zoals ik dagelijks iets posten.
En verder Steven Boers, beter bekend als Stef Bef, vroeger van Katastroof. Die heeft tijdens de lockdown in een aantal weken De Wesley Trilogie geschreven, een knotsgek boek over buitenaardse wezens, aangevuld met filosofische theorieën, autobiografische elementen en originele invallen. Zou perfect passen in een blog. En het hoeft niet allemaal even ernstig te zijn.
Alhoewel.
Ik ben ook lid van de Nederlandse Academie voor Patafysica. Dat is de wetenschap die zich bezighoudt met denkbeeldige oplossingen. Uit de website: De patafysicus berekent de zijwindgevoeligheid van de optelsom, de oppervlakte van God, of de velosofie, een religieuze studie waarbij de fiets het een en al is; hij stelt een atlas van witte kaarten samen, werkt aan een kadaster van de leegte of aan een geografie van het niets. Hij verdiept zich in de theologie van de spoorwegen en de bronnen van het Oera Linda boek. Sommigen van deze wetenschappers hebben een goede pen, schrijven ook heerlijke boeken. Een patafysische blog zou zeker welkom zijn.
TW: Er wordt hier misschien wat smalend gedaan over de Patafysica, maar neem het van mij aan dat het bloedserieus is. Het is een internationaal vertakte onderzoeksinstelling die teruggaat tot Alfred Jarry eind 19de eeuw en in het verleden roemruchte leden kende als Boris Vian, Umberto Eco en Marcel Duchamp.
Wat zijn de criteria waaraan een goede blog moet voldoen?
Ik hoef niet per se tot in het intiemste detail mensen te leren kennen via hun blog. Leuker vind ik het als mensen literatuur maken van wat ze meemaken, dat ze mooie zinnen maken. En dan hoeft het niet per se allemaal echt gebeurd te zijn.
Het zal je ook niet verbazen dat ik een grote liefhebber ben van verbeelding. Dat is niet hetzelfde als fantasie. Verbeelding is het vermogen om zelf je augmented reality te maken, de dorre werkelijkheid aan te vullen met wat ook mogelijk zou kunnen zijn. Ja, er is echt te weinig verbeelding. En humor.
TW: Dit heb ik niet gezegd. Misschien was er een andere Tom Wouters die dit heeft gezegd. Wel klopt het dat ik een grote liefhebber ben van verbeelding, maar ik heb nooit het onderscheid gemaakt met fantasie. Eerder is verbeelding de verinwendiging van de werkelijkheid. Als ik een man op straat met een ladder zie lopen, dan ontstaat daar automatisch een verhaal bij, en die verhalen schrijf ik op. Daarom ook is de werkelijkheid niet ‘dor’: ze is eerder een sleutelgat waar je door kan kijken. Alleen vergeten mensen dat te doen. Er is dus niet te weinig verbeelding, mensen hanteren ze te weinig. Humor zou ik wel graag meer vinden in blogs.
Aanlegplaats: Op dat moment kijkt Tom Wouters – het was toch de echte, vermoed ik – op zijn horloge. Ik moet gaan, zegt hij, ik heb zo dadelijk les over kwaliteitszorg in het schrijfproces. Iets patafysisch, gok ik, en kijk hem na. Uit zijn hoofd valt af en toe een parel. Die staat morgen op facebook, denk ik.
Al was het misschien de reflectie van de avondzon op een zweetparel.
TW: De auteur van dit interview wil hier een afsluitende poëtische toets geven, maar ik was erbij en het was geen avondzon, het was een bureaulamp die tijdens het gesprek voortdurend op mij stond gericht. Als ik niet op dat moment was begonnen met het uiteenzetten van mijn leven, startend vanaf het moment dat ik uit het ei kwam tot het moment dat ik dood ging in 2099, ik zou er wellicht nog steeds zitten. In de plaats daarvan begon ik mijn interviewer te vervelen met vele details over mijn leven, over het aantal blaadjes dat aan de boom hing waar ik soms onder lag te mijmeren en de oorsprong van het hout van de meubels in mijn kamer. Hij wist genoeg zei hij, en liet me gaan. Maar ’t zou best kunnen dat ik daar nog steeds zit, dat men mij verplicht heeft vanaf nu alleen nog maar te bloggen over de werkelijkheid.
