De laatste ridder van de ronde tafel en andere verhalen (vangst #160)

In de week dat het gros van de schrijvers uit de Lage Landen opnieuw in God ging geloven, wandelden wij rond de abdij van Westmalle en dronken een trappist met de zoon van een schrijver uit een generatie die zich juist van de ketens van het geloof had weten los te maken. Die zoon vertelde enkele smakelijke anekdotes uit het leven van de tweede grootste fabulant van de Vlaamse letteren. En dat brengt ons naadloos bij de allergrootste fabulant: Tom Wouters. Op Netflix loopt nu de goede serie Supersex over de legendarische Italiaanse pornoster Rocco Sifredi. Zwoel en sensueel in beeld gebracht, mede dankzij de feministische scenariste Francesca Manieri – de bedenkster van de reeks. Maar lang niet zo sensueel als het verhaal Blootsbloemen van Tom Wouters.

Pascal Cornet van Pascal Digital – de enige blogger die al langer dagelijks blogt dan Vitalski – stelde in de week dat ik de biografie van Frans Pointl uitlas een interessante vraag: is elk leven de moeite van het opschrijven waard of enkel die levens waarin voldoende rode draden, spanningsbogen en hoogtepunten verweven zitten? Het is een aanzet tot mooie mijmeringen over de beproevingen die zijn moeder op haar pad aantrof. Het miezerige bestaan van Frans Pointl – de joods Amsterdamse schrijver die tot zijn 56ste en de publicatie van zijn debuut De kip die over de soep vloog in de marge leefde – was in al zijn kleinheid zo ontroerend, beklemmend en schoon dat ik er met plezier de biografie van een Titaan, die meer dan een halve eeuw in de schijnwerpers stond, voor opzij legde. 

Afsluiten doen we, zoals wel vaker, met Marieke Groen. Ergens doet haar verhaal over een mysterieuze meneer Goudoever me aan de wereld van Frans Pointl denken en dankzij haar vertelkracht laat Marieke nogmaals zien dat zo goed als alles de moeite van het opschrijven waard is. Zolang het maar, en dat gaf Pascal Cornet al aan, met de juiste pen gebeurt.

Voor iedereen die van goede pennen houdt: lees de vangst van de week. En lees nadien De kip die over de soep vloog, het meesterlijke debuut van Frans Pointl.

Wat het mooiste eraan is: in onze familie ben ik de eerste die in de adelstand verheven is. Voor de keizer er was, leek het voor het geslacht Wouters onhaalbaar om ooit een eretitel, wapenschild of lintje te krijgen voor bewezen diensten. Ik ben het gaan nakijken in de stamboom die ooit door een oom werd opgesteld: in de 76 generaties die onze familie heeft gekend was er niemand ooit de held.’

Uit: Blootsbloemen van Tom Wouters

Elke levensloop is een plot – alleen is het vaak jammerlijk voorspelbaar. In het geval van mijn moeder nam de voorspelbaarheid in de loop der jaren toe. Ze startte onvoorspeld: ze was ‘een achterkomer’. De oorlogsjaren vormden het laatste grote avontuur in onze contreien en zij maakte dat avontuur mee. Zij ontsnapte aan het keurslijf van haar zeer voorspelbare omgeving: boers, katholiek, provinciaal, Zuid-West-Vlaams. Zij belandde in een maalstroom van rampspoed, calamiteiten, ongeluk.

Uit: Afscheid van mijn digitaal bestaan 333 van Pascal Cornet

Ik besloot het Dagblad van het Noorden te bellen. Een vriendelijke vrouw met een vet Fries accent nam op. Ik zette mijn onderdanigste stem op, want, dacht ik, daar in het Noorden denken ze dingen van mensen uit Amsterdam. Ik vertelde over de facturen voor meneer Goudoever en dat ik nooit iemand met die naam gekend had. Ik dikte het een beetje aan, misschien was ik bang dat de vrouw me niet zou geloven, dat ze zou gaan denken dat ik Goudoever had verstopt in mijn kledingkast.

Uit: Goudoever van Marieke Groen

Gepubliceerd door Jo Komkommer

Ik werd geboren in 1966 in Wilrijk, maar gelukkig verhuisden mijn ouders al vrij snel naar het mondaine Berchem. Na een onopvallende carrière als linksachter bij SK 's-Gravenwezel werkte ik enkele jaren als reisleider in de Dominicaanse Republiek en de Verenigde Staten. Daar kwam ik in de lobby van een Holiday Inn in San Francisco Jolanda Cats tegen en het was liefde op het eerste gezicht. We zwierven nog even rond, kregen een dochter Zoé, kochten een huis in Antwerpen en trouwden. Ik werk sinds meer dan twee decennia in een stijlvol boetiekhotel met een haast even mondaine uitstraling als het Berchem uit mijn kinderjaren.

Plaats een reactie