Nooit meer blauwe maandagen (Vangst #206)

In de maand dat mijn geliefde schoonmoeder stierf, overleed eveneens – en dat op de gezegende leeftijd van honderdtwee – Raymond Clerick, de vader van Philippe Clerick. Ik heb het al eens eerder gezegd en geschreven: ik hou van de pen Philippe. Meer nog dan van zijn heerlijk badinerende en vaak goed onderbouwde politieke stukjes hou ik van zijn (auto)biografische verhalen. In het portret dat hij van zijn vader schetst blijkt nogmaals zijn groot talent voor het genre. In heldere zinnen schetst Philippe een prachtig beeld van het boeiende leven van een man die zijn hart verloor aan de Verenigde Staten, maar verliefd werd op een meisje uit West-Vlaanderen.

Ook al is het hoogzomer, dan nog doet Vincent Merckx verlangen naar gure wintermaanden. Zelfs zondagen in juni lijken in zijn verhalen op blauwe maandagen in januari. Laaf u aan zijn herfstige poëtica.

In de periode waarin een stralende zekerheid ons ontviel – want dat wàs de moeder van mijn vrouw Jolanda – is het goed terug te grijpen naar een andere zekerheid: de wonderlijke Tom Wouters. Het verhaal de Literaire bouwfirma Wouters dat hij voorlas op de literaire wandeling van het Hubert Lampo-genootschap is werkelijk een Wouters-Grand Cru.

Papa was er niet rouwig om toen hij op pensioen ging. Hij had nu meer tijd om te lezen in de Encyclopedia Britannica. Hij begon te schrijven, in elegant Engels, over zijn leven, en ook verzonnen verhalen, die hij slechts aan de allernaasten liet lezen. In die verhalen probeerde papa samen te vatten wat het leven hem had geleerd. Onder zijn beminnelijke charme was papa redelijk bitter. Papa zag gemakkelijk de belachelijke en de tragische kant van het leven. Een tragedie en een komedie, zei hij. De verhalen die hij schreef waren een oefening om ánders naar het leven te kijken: met humor en milde liefde. Op het doodsprentje staat een kort gedicht van papa, met de wijsheid ‘Beauty is all around’. Dat was voor papa niet vanzelfsprekend. Hij moest daar zijn best voor doen, om die ‘beauty’ te zien. En hij dééd zijn best.’

Uit: Raymond ‘Ray’ Clerick 1923-2025 van Philippe Clerick

Onder bleekgrijze luchten dacht ik aan de voorbije herfst, toen al had ik de herderin gewezen op de eerste gevallen bladeren, ze vond het prachtig, de kleuren en de belofte. Mij stemden ze droef, ze herinnerden me eraan dat al vanaf eind juni de dagen alweer naar de nacht strompelen, ik ben dan nog maar net aangekomen.

Uit: December-belofte van Vincent Merckx

Voor wie oud wordt, wordt het onmogelijk om ooit nog een ander leven te leiden. Je bent een bepaald vak gaan studeren, daarna gaan werken, af en toe ben je van job veranderd, je bent getrouwd en hebt 3 kinderen gekregen, je hebt jarenlang gevoetbald en nooit een goal gescoord of je hebt schilderijtjes gemaakt maar aan niemand getoond, je hebt voor je zeventigste verjaardag een groot feest georganiseerd waarop je voor het eerst in je leven danste met je kleinkind en uiteindelijk ben je dan toch niet meer wakker geworden. Dat is het verhaal.’

Uit: Literaire bouwfirma Wouters van Tom Wouters

Gepubliceerd door Jo Komkommer

Ik werd geboren in 1966 in Wilrijk, maar gelukkig verhuisden mijn ouders al vrij snel naar het mondaine Berchem. Na een onopvallende carrière als linksachter bij SK 's-Gravenwezel werkte ik enkele jaren als reisleider in de Dominicaanse Republiek en de Verenigde Staten. Daar kwam ik in de lobby van een Holiday Inn in San Francisco Jolanda Cats tegen en het was liefde op het eerste gezicht. We zwierven nog even rond, kregen een dochter Zoé, kochten een huis in Antwerpen en trouwden. Ik werk sinds meer dan twee decennia in een stijlvol boetiekhotel met een haast even mondaine uitstraling als het Berchem uit mijn kinderjaren.

Plaats een reactie