Deze week reizen we in het gezelschap van drie bevlogen pennen naar Manchester, Wenen én het mythische Roeselare.
In een geestig stuk beschrijft Rob van Essen de teleurstelling die je ervaart als je verwachtingsvol een boek van een Groot Schrijver opent en die enkel uitblinkt in zelfbeklag. Die teleurstelling ruimde bij mij baan voor vreugde toen ik het verhaal van Lies Jo Vandenende las over de dag dat ze besloot in bed te blijven liggen en in haar hoofd een reis naar Wenen ondernam. Als machtig slotakkoord vertelt Isaura Fluit over hoe ze langs de waterkant, ongemerkt, een jeugdliefde kruiste die volop bezig was met het ontwarren van een Gordiaanse knoop.
‘Waar is mijn antenne voor het tragische gebleven, ik had dit veel eerder moeten lezen, op mijn vijfentwintigste, overdag met de gordijnen dicht, gezellig Joy Division erbij opgezet, dát was de goede tijd geweest voor dit soort zelfkwellende berusting, toen was ik daar oud genoeg voor, als lezer ben je als vijfentwintigjarige op je oudst…’
Uit: een-koetsje-in-je-hart van Rob van Essen
‘Je wou dat je een mysterieus type was. Het soort mens dat niets forceert maar met een zekere nonchalance overal vraagtekens achterlaat. Je zoekt het mysterie altijd in anderen, en neemt hen het gebrek daaraan kwalijk. Je neemt de ander het gebrek aan mysterie kwalijk omdat je er niet in slaagt het bij jezelf te bewaken.’
Uit: een-dag-in-het-hoofd-van-een-lichaam-dat-niet-uit-bed-raakt van Lies Jo Vandenhende
‘Ach, dit bestaan wordt ons toegeworpen, ongevraagd, en toch worden wij geacht gulzig in die appel te bijten zonder te weten wat er ons te wachten staat. In het begin weet je niets en je doet maar wat. Je raakt hopeloos verstrikt in illusies, dromen, idealen en andere fantoombeelden. Een postpunkband met synthesizers met een ongelukkige zanger vormt de soundtrack van je tienerjaren en wat later schreeuwt Kurt Cobain onze angst uit.’
Uit: brief-aan-m van Isaura Fluit