Voor u gepresenteerd, een lichting die november 2016 tot juni 2021 overspant. De oudste tekst heet geheel toepasselijk ‘Het Beste Heden’, terwijl de jongste tekst dan weer gaat over weerstand tegen de verheerlijking van het verleden. Maar dat is toeval. Het enige échte criterium voor selectie was dat de schrijvers schreven over mensen die schrijven over andere mensen. Nu ja, geldt dat niet voor bijna elke tekst? Inderdaad. En toch.
‘Dus mogelijk ging ik uit eten met Gilles, voor de krant. Dat was het plan. Wellicht. En zoals gebruikelijk mocht ik niet weten waar we uit eten zouden gaan. Dat laat Gilles slechts enkele uren van tevoren weten, via een gecodeerd bericht dat zichzelf na dertig seconden vernietigt. En wanneer ik het dan weet – áls ik het dus weet – mag ik tot publicatie van de recensie in het Parool aan niemand vertellen waar we aten. En al helemaal niet hoe het eten was. Laat staan dat ik iets kwijt kan over het interieur, de straat of wijk waar het restaurant (of bistro of eettentje of snackbar) gevestigd is. En nog minder over wat voor weer het was die dag en welke tram ik nam om ernaartoe te gaan – terwijl er in mijn wijk maar één tramlijn rijdt […]’
Uit: Nu even niet over jou van Ivo Victoria
‘Je loopt door die tentoonstelling en je denkt: dit is een toeristenval, zoals je schilders hebt op Montmartre, zo heb je Aborigenal-schilders, het getuigt van bekrompenheid om individuele schilders onder ‘aborigenal-kunst’ onder te brengen, stel dat je in Japen Nederlandse schilders samenbrengt onder de titel ‘Groeten uit Volendam’ of ‘Op Volendamse klompen’ of Vlaamse schilderijen als ‘Antwerpse keukens’ betitelt, net alsof Aborigines geen individu zijn. Bij de schilderijen die inderdaad louter en alleen aborigenal zijn, hangen echter wel naamkaartjes, het gaat dus om kunstenaars die individu zijn. Toch zijn die schilderijen allemaal hetzelfde, ze zijn de uiting van een aborigenal-kosmologie, stel je voor dat hedendaagse Engelse schilders naar Japan gestuurd worden en allemaal zijn ze geselecteerd op hun anglicaanse schilderwijze – wat te denken? ’
Uit: Jij slechte mens van Johan Velter
‘Een paar verlegen studenten vroegen de conducteur, uitleggend dat ze opdrachten moesten doen, of ze iets mochten omroepen. Ze moesten dat doen vóór Gent Sint-Pieters. Het volgende station was Gent Sint-Pieters. Oei, zei de conducteur, en wat moet je dan omroepen ? Dat mag alles zijn, zeiden de studenten. Okee, zei de conducteur, dan mag je wel omroepen wat ik anders toch omroep. We komen aan op Sint-Pieters, hierna gaat de trein door naar Kortrijk. Oke, zeiden de studenten.
En ze riepen exact dat om, Vos. Met enkel een fijn weekend aan iedereen namens hun studentenvereniging. Geen rebellie, geen rock ’n roll, gewoon braaf wat ze gevraagd was. Ik ben daar dan maar uitgestapt en heb even een sigaret gerookt voor het station in de regen, me afvragend of ik iets anders had gedaan. We doen toch meestal maar gewoon wat ze zeggen dat we moeten doen. Het is nu eenmaal zo, het is nu eenmaal zo.’
Uit: Het Beste Heden van René van Densen