Voor de meeste schrijvers kent de achteruitkijkspiegel geen geheimen. Deze week leunen de drie voor u geselecteerde bloggers achterover in de hangmat van een gelukzalige jeugd. Philippe Clerick haalt in zijn sprankelende stijl herinneringen op aan de mooiste film die hij ooit zag. Vincent Merckx – nieuw in onze haven – maakt meteen indruk met een ode aan Michel Preud’homme: een nationale doelman die sierlijker kon vliegen dan de Concorde en de Ollanders in het verre Amerika tot wanhoop dreef. Tot slot willen we graag de aandacht vestigen op een schitterend initiatief: de podcast ‘Drie boeken’ van Wim Oosterlinck. Wekelijks gaat de radiopresentator langs bij een schrijver en telkens stelt hij dezelfde vraag: wat zijn de drie boeken die iedereen zou moeten gelezen hebben? Keer op keer ontspint er zich een boeiend tweegesprek. Het haardvuur, de digestief, de Cubaanse sigaren, de regen en mist en de lange winteravonden moet u er zelf bij verzinnen.
‘Toen ik zeven jaar was heb ik de mooiste film van de wereld gezien. Je kunt nu zeggen dat iedereen iets anders mooi vindt, en dat is waar, en dat we op verschillende momenten van ons leven iets anders mooi vinden, en dat is ook waar. Ik zou nu een heel andere film de mooiste film van de wereld vinden. Cold War, bijvoorbeeld, met Joanna Kulig, maar toen ik zeven was, was dat Fanny, met Leslie Caron. En wat je op je zevende het mooiste vindt, is mooier dan wat je op je zevenenzestigste het mooiste vind.’
Uit: De mooiste film die ik ooit heb gezien van Philippe Clerick
‘Op precies hetzelfde moment, je zou bijna tegelijk kunnen zeggen, stapten twee jongetjes de bus op, ze droegen een knalrode training van de Kosovaarse voetbalclub aan het park, buiten bloesemden de bomen. Ze kozen een plaats naast me en met de dodelijke ernst van iemand die heden, verleden en toekomst heeft gezien, sprak de een de ander toe, “Honoré, un jour tu vas devenir le joueur qui est en toi”.’
Uit: Preud’homme van Vincent Merckx
“Ik denk dat ik zeven of acht was, ik las al veel, ik ging al naar de bibliotheek, ik wist dat boeken van een uitgeverij kwamen, en toch had ik het naïeve idee dat boeken in één exemplaar bestonden. Eén exemplaar. Sterker nog, ik heb een tijdje gedacht dat schrijvers hun boek ook zelf maakten: met karton, papier, plakband enzovoort.”
Uit: Drie Boeken – Bart Moeyaert van Wim Oosterlinck
