“En zo bezat ik plotseling een luit.”
Of het nu gaat om de impulsaankoop van Jan-Paul van Spaendonck, een zomer schrijven in Frankrijk als Kristel Gijbels (nieuw in de haven, en voor de eerste keer in onze vangst) of nee blijven zeggen tegen de man van het stroopwafelloket, zoals de jonge Marieke Groen: soms weten we gewoon wat ons te doen staat. Het is een kwestie van tijd, van doorbijten en van blijven dromen.
“Nadat de gymlerares die tevens mijn mentor was had gebeld om te vertellen dat ik was geslaagd belde ik twee klasgenoten (2 x 1 tik), die ook allebei waren geslaagd. Daarna wist ik niet meer wat ik moest doen.
De diploma-uitreiking was een week later. Tijdens de ceremonie zat ik naast een vriendin, haar ouders en haar broertje. Ook naderhand, toen er drankjes werden geserveerd in de aula, bleef ik dicht bij ze in de buurt. Ik wilde niet dat iemand zou zien dat er voor mij niemand was gekomen.”
Uit: Ovenvast porselein van Marieke Groen
“Het contrast met vorig jaar kan niet groter zijn. Ik verdroeg toen niets of niemand, zelfs de vrolijke stemmetjes van mijn kinderen raasden als sportvliegtuigjes of vervelende wespen door mijn hoofd. Ik voelde me opgejaagd wild, besluiteloos en dolend, en ik weende overal. De tijd glipte door mijn handen, en zo ook mijn leven. En hoe harder ik kneep, hoe minder ik vasthield.”
Uit: Stop all the clocks van Een leven. In snippers.
”Sedertdien bestaat mijn leven uit een worsteling met onwillige stempennen. Tussen de realisering van mijn oude droom, het minstreelschap, en deze eerste kennismaking met de weerbarstige werkelijkheid van dit instrument dat beslist geen gitaar is, zullen er nog heel wat uren gestoken moeten worden in technische zaken. Ik zal advies moeten vragen, misschien les moeten nemen. Maar ik kan al een paar stukjes magisch tinkelende renaissancemuziek spelen, als de dubbelkorige snaren het goed fatsoen hebben om eventjes op toon te willen blijven.”
Uit: Luit van Voorheen rookzanger
