Openbare plaatsen vol geluk: de vangst van Vera Ikuni Chioma

De eerste blog die ik koos is van Jan van Mersbergen. Hij bespreekt zijn kanshebbers voor de Nobelprijs voor Literatuur. Ik hou er gewoon van als mensen genieten van het lezen van boeken van een bepaalde auteur. Iedereen die schrijft, heeft een ander idee heeft van wat literatuur is. Ik vind het ook interessant om verschillende soorten boeken te lezen.

Kristel Gijbels schrijft over onze lafheid om treurende mensen aan te spreken; de angst dat we hen alleen maar aan hun eigen verdriet zouden herinneren. We voelen ons ellendig en schuldig, terwijl we er niks aan kunnen doen. Heel triest.

Mijn favoriet is Vallende bloesemblaadjes en een zelfportret van augurken door Mila Milosevic. Sommige openbare plaatsen zitten vol geluk. Soms lezen we om alleen te kunnen zijn, maar door ons open te stellen, kunnen we mensen vinden met gemeenschappelijke interesses. We moeten proberen het plezier van lezen te delen.

Ik heb al zo veel boeken van hem, de boekenkast trilt onder het gewicht van King, maar keer op keer blijkt zijn werk uiterst scherp en helder, alle zinnen zijn goed, de verhalen zijn bijzonder fantasierijk en tegelijk totaal aannemelijk, en wat het meest opvalt: hij levert. Als je al 81 boeken, zoals de flap vermeld, geschreven hebt, en je hebt nog de puf om een heel dik en mooi en overdonderend verhaal te schrijven over een tijdreis naar de jaren voor de moord op Kennedy, en iedere bladzijde is een feest, dan mag je van mij die prijs in Zweden wel op gaan halen.

Uit: Nobelprijs van Jan van Mersbergen

Schuld en schaamte doorwoekeren levens als slingerplanten. Moeten we een leven niet gewoon herinneren om wat het was, niet om wat had kunnen zijn? Moeten we niet ophouden te denken in termen van affe of onaffe levens? Levens zijn levens. Punt. En die zijn het waard om herinnerd te worden, hoe kort of hoe lang ook, hoe pijnlijk dat herinneren ook is. Onlangs vertelde een papa wiens kind plots in zijn slaap gestorven was dat mensen niet meer met hem durfden te praten. Ze konden niet door zijn zware wolkendek van verdriet heen. Zo annihileerden ze niet alleen het bestaan van zijn zoon, maar ook dat van hem.

Uit: Annihilatie van Een leven in snippers

Een oude vrouw, zo’n lieve oma, mompelt ‘Mooi boek he?’ Ze krijgt een verbaasde blik van mij terug: ‘Pardon?’ ‘Zo mooi geschreven is dat, niet? Asher Lev?’ Nu praat ze luider. ‘Ja, jazeker’ Reageer ik nog steeds beduusd. Dit is een van mijn eerste treinconversaties in tijden, ik blijf haar aankijken. ‘Is het je eerste keer?’, wijzend naar het boek. ‘Ja, ja, klopt, maar het is erg mooi.’ Ons gesprek valt stil. Als de deuren opengaan om de passagiers uit te laten kijk ik haar nog eens aan: ‘Fijne reis nog!’ ‘Jij ook!’ Het is dat ik Oomen pas de volgende dag zou horen praten en voordragen, anders had ik kunnen zweren dat ook nu mijn hart een klein, zacht perenliedje zong, misschien zelfs maar neuriede. Het maakte de regen minder ergerlijk, mijn tentamencijfer mooier en dat ik, toen ik het boek uitlas, aan haar dacht.

Uit: Vallende bloesemblaadjes en een zelfportret van augurken van Babel Magazine

dav

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: