Andy Fierens, het interview

Foto: Kris J.Y. Verdonck

“Het is niet zo dat ik me identificeer met iemand uit de 19de eeuw, maar qua levensstijl en persoonlijkheid ben ik toch niet helemaal compatibel met elektronica en internet. Ik ga er ook heel omhandig mee om: ik druk op verkeerde toetsen, delete abusievelijk dingen die ik moest opslaan en als ik iets bewaar slaag ik er vaak in om het niet meer terug te vinden wanneer ik het nodig heb. Ik ben bij de laatste der Nokianen,” – haalt “een baksteen, zoals mijn kinderen het noemen” uit zijn broekzak – maar het liefst van al zou ik zelfs die kwijtspelen en al mijn telefoontjes door mijn vrouw laten afhandelen. Het wordt erger en erger, mijn afkeer van mails en sociale media. Wat is de meerwaarde?”

Het is maandag, 9 uur ’s morgens en we bellen aan bij taalvirtuoos Andy Fierens. Dichter (vorig jaar nog met de geweldige bundel ‘De Trompetten van Toetanchamon’), woordkunstenaar in het algemeen, en deze maand de gastvisser van Aanlegplaats. Of ja, eigenlijk bellen we aan aan de overkant van de straat. Het bordje ‘tandarts’ bij de deur had ons wellicht al op andere gedachten moeten brengen, maar in de wereld der taalvirtuozen is het zaak een open geest te houden. Gelukkig had Andy ons in de smiezen, zodat we met open geest en al alsnog bij hem aan de keukentafel konden plaatsnemen om het over blogs te hebben. Het lijkt alsof er vogels fluiten, maar daarover later meer. Eerst verder met de kritische beschouwing van het internet!

“Ik gebruik internet vooral als encyclopedie. Als ik iets wil weten, zoek ik het op. Het gebeurt ook vaak dat mijn vrouw en ik tijdens het eten over iets zitten te praten en niet op een naam, een jaartal of de titel van een liedje kunnen komen. Ik kan dan niet gaan slapen voor ik weet wie of wat we precies zochten. En al googelend kom je natuurlijk van het een op het ander. Dat is verslavend en daar ben ik wel gevoelig voor; ik kan mij moeilijk focussen. Internet is als een gevaarlijke vrouw. Puur escapisme. Ik lees veel, dat is natuurlijk evengoed vluchtgedrag, maar anders: een boek neemt je daadwerkelijk mee naar elders. ”

Jij schrijft poëzie, theater, romans, hoorspelen, … Heb je ooit een blog overwogen?

“Nee, ik schrijf in de eerste plaats voor mezelf, ik heb geen nood om alles wat ik doe elke dag of week te etaleren. Ik publiceer ook weinig, terwijl ik veel fantasie heb en voortdurend ideeën en invallen noteer. Ik ben heel snel geprikkeld. Ik droom volledige boeken. Maar ideeën uitwerken is tijdrovend. Terwijl ik ermee bezig ben zijn mijn gedachten vaak al bij een volgend verhaal. Ik heb een speelse geest, als een kwispelend hondje.”

“Al schrijvend geef ik vorm aan een idee, een prikkeling, een ongemak waarvan zich in eerste instantie vaak alleen vage contouren openbaren. Ik krijg mijn ideeën al wandelend, soms ook lezend. Ik heb altijd een notitieboekje bij om ze te noteren, als ik dat niet doe lossen ze meteen weer op. Ik lees ook weleens wandelend, op een of andere manier neemt mijn brein een tekst dan beter in zich op. Ik moet alleen opletten dat ik ondertussen niet tegen een boom, een lantaarnpaal of een agent die het verkeer staat te regelen loop. Ook als ik niet aan het wandelen ben schrijf ik bijna altijd met de hand, in notitieboeken. Zo houd ik de afstand tussen het idee en de tekst beperkt. Daaruit typ ik over, dan print ik het uit en schrijf ik met de hand daarop voort. Een heel proces. Moest ik bloggen, ik zou compleet onleesbare en veel te lange teksten schrijven – op zo’n klavier tikt alles lekker weg en zit je voor je het weet oeverloos te lullen over je zelfgemaakte pad thai of iets anders waar geen kat op zit te wachten. Ik zou enkel bijdragen aan de chaos. Maar anderzijds: zeg nooit nooit.”

Lees je wel online?

“Omdat ik van nature nieuwsgierig ben en voortdurend van het ene naar het andere fladder, zijn er geen auteurs of sites die ik de hele tijd volg, maar er zijn zeker heel veel goede sites en sommige zaken komen op een of andere manier toch regelmatig weer op mijn pad terecht. Via de aanbevelenswaardige column van Steven Van Ammel heb ik de geweldige podcast ‘Backlisted’ leren kennen. Heel tof vind ik ook Fokcast van Fokke van der Meulen, dat gaat voornamelijk over comedy maar mondt uit in meer. Via Steven Boers kwam ik op ‘Drie boeken’ van Wim Oosterlinck, dat vind ik ook interessant. Vorig jaar las ik veel Amerikaanse horror uit de jaren ’80. Michael McDowell was een ontdekking. De laatste tijd lees ik veel over schrijvers, momenteel ben ik bezig in biografieën van Arthur Rimbaud en Mark Twain. Maar online, wat nog…”

Een raadpleging van het beklaagde internet lijkt onontbeerlijk. Met gezonde tegenzin verplaatsen we ons naar de living, waar het bereik beter is. Nu zien we waar het getsjilp vandaan komt! Op de vensterbank staat een kooi met drie vrijpostige parkieten, die ondanks het opendeuruurtje over het traliewerk blijven hoppen. “Op zich ben ik daar niet voor, een vogel in een kooi. Maar mijn vrouw had deze blauwe op straat gevonden. En dan lazen we dat die eigenlijk met twee moeten zijn, dus wij die groene erbij gehaald. Maar toen vond mijn vrouw er nog één, de paarse.” Die dus een echte aanwinst is, hij heeft dit weekend zelfs een truc geleerd – we geven hem even de tijd maar het lijkt er niet op dat hij hem gaat herhalen voor Aanlegplaats. “Ik ben benieuwd hoeveel ze er nog gaat vinden, ze heeft er klaarblijkelijk talent voor.”

Eén voordeel van laptops boven vogels: ze werken op commando. We ploffen neer op een zetel die eveneens direct uit de 19de eeuw lijkt overgevlogen en openen de bookmarks. “Ah ja, kijk: Art & Letters Daily. Dat vind ik boeiende site, net als de cultuurbijlage van The Guardian. Daar heb ik pas nog een goed artikel over Moby Dick gevonden – walvissen, nog een fascinatie.” Ook de blog van Philippe Clerick staat gebookmarked. “Daar heb ik waarschijnlijk ook weer elders iets over gelezen…”

Lees je vaker literaire blogs?

Ja, die van Jo Komkommer vind ik altijd onderhoudend, net als die van Vitalski. Goed geschreven, grappig, fris…

Wacht, dit is de officiële vraag twee van Aanlegplaats: wat maakt een blog goed?

Een goede blog moet vooral verrassend zijn. Het moet me niet bevestigen in hetgeen ik al weet. Dat je iemand leest en denkt: maar zie, er is nog een heel andere wereld! Wat een opluchting.

Ik ben graag verwonderd. Ik vind het fijn dat ik omringd ben door mensen met veel levenservaring van wie ik regelmatig iets nieuws bijleer. Wat dat betreft tel ik mijn zegeningen.”

Je noemde ook humor. Hoe belangrijk is dat?

“Humor is de saus die het leven draaglijk maakt. Er is niets dat ik liever doe dan lachen. Bij voorkeur in een gesprek. Als het spontaan komt, als het moment en de context je bijblijven als een fijne herinnering die je af en toe kunt terughalen. Niet via die internetmemes bijvoorbeeld, dat is zo bedacht. Aan brol geen gebrek op internet. Ik weet nog toen het digitale tijdperk eraan kwam: alles zou veranderen! De mensheid zou met rasse schreden vooruitgaan, we zouden voortdurend in contact staan met de andere kant van de wereld, op een gouden dienblad zou alles wat we maar wilden weten binnen handbereik liggen. En kijk nu, waarvoor gebruiken de meeste mensen internet? Als ze niet aan het scrollen zijn, zijn ze wel aan het swipen. Van porno naar nieuws en weer terug. Dat zegt iets over de mens. Prima dat internet, maar het moet niet ten koste gaan van mijn medemensen.”

“Weet je, ik ben nu bezig aan mijn tweede leven. Toen ik 32 was ben ik bijna gestorven na een zware hersenbloeding. Poëzie had mijn leven al richting gegeven, maar heeft me ook de energie te geven om door te gaan. Ik ben volledig hersteld. En ik merk steeds meer dat ik wil leven, volop leven, in een echte wereld, niet in een virtuele. Internet loopt niet weg, maar andere dingen en momenten wel. Ik geef mijn tijd graag aan echte mensen.”

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: